ECLI:NL:RBDHA:2021:3441
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvragen van Iraanse eisers op basis van geloofsvervolging en bekering tot het christendom
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 2 april 2021, zijn de asielaanvragen van twee Iraanse eisers afgewezen. De eisers, een man en een vrouw, hebben asiel aangevraagd in Nederland op basis van hun bekering tot het christendom en de daarmee samenhangende vervolging in Iran. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvragen van de eisers op 1 februari 2021 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zijn afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de verklaringen van de eisers over hun bekering en de problemen die zij ondervonden in Iran kritisch beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de eisers niet geloofwaardig hebben verklaard over hun bekering en de gevolgen daarvan. De rechtbank wijst op tegenstrijdigheden in hun verklaringen en de inconsistenties in hun asielrelaas. De rechtbank oordeelt dat de eisers onvoldoende hebben aangetoond dat zij daadwerkelijk vervolgd worden vanwege hun geloof en dat hun verklaringen niet voldoende steun vinden in objectieve informatie over de situatie in Iran. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.