Uitspraak
1.De procedure
bedoeld in artikel 370 lid 3 Fw gedeponeerd.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 april 2021 een beschikking gegeven op het verzoek van een bouwonderneming, die in financiële problemen verkeert, om een herstructureringsdeskundige aan te wijzen. De verzoekster, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft op 8 maart 2021 een startverklaring gedeponeerd en een verzoekschrift ingediend voor de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige op basis van artikel 371 van de Faillissementswet (Fw). De verzoekster heeft te maken met een schuldenlast van circa € 590.000,- en heeft door de coronacrisis en eerdere bouwfouten te maken gekregen met diverse schadeclaims en een afname van opdrachten.
Tijdens de zitting op 18 maart 2021 heeft de rechtbank de situatie van de verzoekster besproken, waarbij de indirect bestuurder en de advocaat van de verzoekster aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster nog in staat is om aan haar lopende verplichtingen te voldoen, maar dat er een reëel risico bestaat dat zij zonder herstructurering niet kan voortgaan met het betalen van haar schulden. De rechtbank heeft ook overwogen dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers gediend zijn met de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige, aangezien het verzoek door de verzoekster zelf is ingediend.
De rechtbank heeft mr. D.J.J. Vrijbergen aangewezen als herstructureringsdeskundige, op basis van zijn ervaring en onafhankelijkheid. De kosten voor de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige zijn vastgesteld op € 8.500,- exclusief BTW, en de verzoekster dient voor de betaling daarvan zekerheid te stellen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters van de meervoudige kamer van de rechtbank.