In de uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 1 april 2021, in de zaak tussen het Bewonerscollectief Reijerskoop en het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn, werd het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 13 augustus 2020, waarin verweerder het bezwaar niet-ontvankelijk verklaarde. Dit besluit volgde op een verkeersbesluit van 9 april 2019, dat een geslotenverklaring voor zwaar vracht- en landbouwverkeer op bepaalde wegen in Boskoop instelde. Eiser verzocht om de uitvoering van dit verkeersbesluit, maar verweerder gaf aan dat de uitvoering van de geslotenverklaring voor vrachtverkeer nog niet gerealiseerd kon worden vanwege een lopende beroepsprocedure en de coronacrisis.
De rechtbank oordeelde dat het e-mailbericht van 13 mei 2020, waarin verweerder de gedeeltelijke uitvoering van het verkeersbesluit aankondigde, geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) was. Eiser had geen procesbelang, omdat verweerder aangaf het verkeersbesluit op korte termijn volledig te zullen uitvoeren. De rechtbank volgde verweerder in zijn standpunt dat er geen appellabel besluit was waartegen bezwaar kon worden gemaakt. Eiser's verwijzing naar een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State werd door de rechtbank niet als relevant beschouwd, omdat de rechtsvraag in die zaak anders was.
Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.