Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaken tussen
[Naam 1] , eiser, V-nummer: [V-nummer 1] , en
[Naam 3], en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij drie afzonderlijke besluiten van 29 juli 2020 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de aanvragen van eisers om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Overwegingen
Sepah [1] op de hoogte is geraakt van frauduleuze en criminele activiteiten van hooggeplaatste officieren.
knowing participation) en of hij op enige wijze hieraan persoonlijk heeft deelgenomen (
personal participation).
knowing participationis volgens dit beleid in ieder geval sprake als de vreemdeling heeft gewerkt bij een organisatie, waarvan verweerder heeft aangetoond dat deze zich op systematische wijze en/of op grote schaal schuldig heeft gemaakt aan de misdrijven, die genoemd worden in artikel 1(F) van het Vlv, of wanneer de vreemdeling heeft deelgenomen aan handelingen waarvan hij wist of had moeten weten dat het dergelijke misdrijven betrof.
personal participationis volgens dit beleid onder meer sprake als het handelen en/of nalaten van de vreemdeling in wezenlijke mate heeft bijgedragen aan het betreffende misdrijf. Daarvan kan worden gesproken wanneer de bijdrage een effect heeft gehad op het begaan van het misdrijf en deze hoogstwaarschijnlijk niet op dezelfde wijze had plaatsgevonden indien niemand de rol van de vreemdeling had vervuld of indien de vreemdeling gebruik had gemaakt van mogelijkheden om het misdrijf tegen te houden.
Sepah. Omdat hij goed functioneerde is eiser na verloop van tijd binnen de
Sepahovergeplaatst naar hogere functies. In dat licht heeft verweerder een tweetal perioden van werkzaamheden aan de tegenwerping van artikel 1(F) van het Vlv ten grondslag gelegd.
Sepahin Teheran. Aanvankelijk was hij werkzaam bij de afdeling personeelszaken, maar vervolgens werd hij secretaris van de commandant inlichtingen en operaties. In die hoedanigheid was hij aanwezig bij overleggen tussen hoge leidinggevenden en was hij belast met het uitwerken van verslagen en brieven en met het doorgeven van documenten aan verschillende organisatieonderdelen. In de periode 2015 tot 2017 is eiser werkzaam geweest voor de
Sepahin zijn geboortestad Karaj als waarnemend leidinggevende van een twintigtal eenheden van de
Basij. In die hoedanigheid ontving hij bevelen van hogere leidinggevenden op basis waarvan hij op zijn beurt opdrachten gaf aan zijn twee militaire assistenten.
Sepahen de
Basijin Iran. De
Sepahis een organisatie die het systeem van de Islamitische Republiek Iran bewaakt en die is vertegenwoordigd op militair, politiek, economisch en sociaal vlak. De
Sepahsteunt het conservatieve gedachtegoed. Het corps [8] van de
Sepahin Teheran bewaakt de veiligheid en het culturele leven in de stad en stuurt eenheden van de
Basijaan. De
Basijis tijdens de oorlog tegen Irak ontstaan als vrijwilligersleger, maar valt sinds 2007 onder de
Sepah. De
Basijfungeert vandaag de dag als de moraliteitspolitie van Iran en heeft als voornaamste taken het bewaken van de Islamitische waarden en het bestrijden van westerse culturele invloeden. De eenheden van de
Basijzijn direct betrokken bij het arresteren en detineren van verdachten.
Sepahen de
Basijwerkzaam is geweest, worden deze organisaties in verband gebracht met moord, buitengerechtelijke executie, marteling, mishandeling en wederrechtelijke arrestatie en detentie van tegenstanders van het Iraanse regime. Dit is niet in geschil. Evenmin is in geschil dat deze handelingen in algemene zin zijn aan te merken als misdaden tegen de menselijkheid en als ernstige misdrijven zoals bedoeld in artikel 1(F), aanhef en onder a en b, van het Vlv. Verweerder heeft in dit verband in het bijzonder aandacht besteed aan het gewelddadig neerslaan van demonstraties rondom de verkiezingen in 2009, de erbarmelijke omstandigheden in de Iraanse gevangenissen en het gebrek aan een eerlijke procesgang voor verdachten.
Sepah. Het is dan ook niet in geschil dat er vanaf dat moment sprake is van
knowing participation.
knowing participationmet ingang van 2003. De rechtbank volgt eiser hierin niet. Uit de onderbouwing van verweerder blijkt dat ook in de periode vanaf 2003 het plegen van misdrijven tegen de menselijkheid en ernstige misdrijven door de
Sepahwijdverbreid bekend was. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt hoe het mogelijk zou zijn dat hij deze kennis in deze periode niet zou hebben gehad, ondanks dat hij toen al jaren bij de
Sepahwerkzaam was, aanwezig was bij overleggen op hoog niveau en allerhande interne stukken onder ogen kreeg. Overigens is het voor het aannemen van
knowing participation, zoals bedoeld in C2/7.10.2.4 van de Vc al voldoende dat eiser in deze periode werkzaam was bij een organisatie die zich schuldig maakte aan het plegen van misdrijven zoals bedoeld in artikel 1(F) van het Vlv, zodat eiser daarvan had behoren te weten.
knowing participationzoals bedoeld in C2/7.10.2.4 van de Vc in de periode 2003 tot 2017.
personal participation. Eiser stelt dat hij nooit zelf misdrijven heeft gepleegd of daartoe opdracht heeft gegeven. Daarnaast stelt eiser dat hij aantoonbaar afstand heeft genomen van gewelddadigheden en dat hij beperkende maatregelen heeft genomen. Verder heeft verweerder de organisatiestructuur van de
Sepahverkeerd begrepen. Eiser voert aan dat hij tijdens de gehoren op dit punt regelmatig is onderbroken.
personal participationin de periode 2003 tot 2017. In de periode 2003 tot 2015 heeft eiser feitelijk bijgedragen aan het plegen van misdrijven door de
Sepah, door verslagen van hoge leidinggevenden uit te werken en door diverse stukken naar de juiste organisatieonderdelen te sturen. In de periode 2015 tot 2017 heeft eiser een wezenlijke feitelijke bijdrage geleverd aan het plegen van misdrijven door de
Basij, door de tijdelijke verantwoordelijkheid te dragen voor een twintigtal
Basij-eenheden en door bevelen van hogere leidinggevenden via zijn twee militaire assistenten door te geven aan deze eenheden, waaronder opdrachten tot het ingrijpen bij ongewenste culturele manifestaties en opdrachten tot arrestatie van burgers. [9] Aangenomen kan worden dat de organisatie niet op dezelfde wijze had kunnen functioneren als niemand de rol van eiser had vervuld. Dat eiser naar zijn zeggen geen militaire maar een civiele aanstelling had, en dat hij niet gedurende de gehele periode leidinggevende was, doet gelet op hiervoor genoemde jurisprudentie niet ter zake. Niet relevant is vanuit welke hoedanigheid de bijdrage is geleverd. Evenmin is relevant of er voor dezelfde taken anderen aanwezig waren. [10]
knowingen
personal participation, terwijl eiser naar eigen zeggen pas met ingang van 2009 is begonnen met het nemen van beperkende maatregelen. Daarnaast heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat hij daadwerkelijk in staat is geweest om besluitvorming te vertragen en/of te traineren. Verweerder heeft namelijk terecht aan eiser tegengeworpen dat hij onvoldoende duidelijk heeft gemaakt op welke wijze hij dit gedurende vele jaren in het werk zou hebben weten te stellen. Ook heeft verweerder terecht aan eiser tegengeworpen dat deze gestelde gang van zaken niet rijmt met de verklaring van eiser dat hij steeds meer het vertrouwen van de organisatie genoot. De rechtbank volgt eiser evenmin in zijn stelling dat het gelet op de organisatiestructuur en het loyaliteitsdenken binnen de organisatie niet mogelijk was om abrupt te stoppen. Eiser wijst op dit punt naar het door hemzelf opgestelde organogram met vertaling en op het rapport van MECS [11] dat hij eerder ook aan verweerder heeft overgelegd. Verweerder heeft op dit punt echter terecht tegengeworpen dat uit eisers verklaringen is gebleken dat hij met succes zijn positie binnen de organisatie kon beïnvloeden. Zo heeft eiser in 2015 zelf om overplaatsing van Teheran naar Karaj verzocht en heeft hij deze overplaatsing vervolgens gekregen. Verweerder heeft ook terecht aan eiser tegengeworpen dat dit verzoek om overplaatsing niet rijmt met de verklaring dat eiser zijn rol binnen de organisatie geleidelijk wilde verkleinen, nu eiser met deze overplaatsing in feite promoveerde van een secretarisfunctie naar een tijdelijke leidinggevende functie.
Sepahen de
Basijin de periode 2003 tot 2017.
Sepahis blijven werken. Verweerder heeft eveneens kunnen tegenwerpen dat eisers verklaring dat hij op enig moment is beschuldigd van het verkopen van informatie en van verkrachting niet rijmt met zijn verklaring dat hij kon aanblijven als leidinggevende. Verder heeft verweerder niet aannemelijk hoeven vinden dat eiser in deze periode zijn paspoort zou terugkrijgen van zijn meerderen, temeer nu eiser zelf heeft verklaard dat zijn eerdere aanvraag om bij de
Sepahweg te gaan door hen is afgewezen. [16] Gelet hierop is het niet op voorhand aannemelijk dat een eventuele ondervraging van eiser bij terugkeer in Iran voor hem zal leiden tot problemen.