ECLI:NL:RBDHA:2021:3066
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de machtiging tot uithuisplaatsing van een jongmeerderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp
Op 18 maart 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een verzoek tot machtiging voor de uithuisplaatsing van een jongmeerderjarige in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. Het verzoek was ingediend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg, met betrekking tot een jongere die op dat moment meerderjarig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de jongere, die niet instemde met de verlenging van zijn verblijf in de gesloten accommodatie, niet voldeed aan de vereisten voor een gesloten plaatsing zoals vastgelegd in de Jeugdwet. De rechtbank overwoog dat de instemming van de jeugdige noodzakelijk is voor een succesvolle gesloten plaatsing en dat er onvoldoende bijzondere omstandigheden waren die een gedwongen plaatsing rechtvaardigden. De rechtbank merkte op dat de jongere gemotiveerd was voor een andere vorm van hulpverlening, namelijk een verblijf in de daklozenopvang, en dat hij niet bereid was om langer in de gesloten accommodatie te blijven. De rechtbank concludeerde dat, ondanks de zorgen van het college en de hulpverlening, de jongere zelf de beslissing had over zijn leven en dat de afwijzing van het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing gerechtvaardigd was. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de hoop dat de jongere zijn toezeggingen zou waarmaken en hulp zou accepteren wanneer dat nodig was.