ECLI:NL:RBDHA:2021:2604
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake re-integratieverzoek op Curaçao na ontslag
Op 19 maart 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, een militair die sinds 1998 voor Defensie werkt, en de directeur van het DienstenCentrum Re-integratie. Eiser had verzocht om re-integratie op Curaçao, maar dit verzoek werd door verweerder afgewezen. Eiser had eerder al een verzoek ingediend dat ook was afgewezen, en het bezwaar tegen deze afwijzing werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft op 18 februari 2021 een zitting gehouden, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde. Tijdens de zitting werd duidelijk dat eiser inmiddels was ontslagen, wat de vraag opriep of hij nog procesbelang had bij de beoordeling van zijn beroep. De rechtbank overwoog dat er geen sprake meer kon zijn van re-integratie nu eiser niet meer in dienst was. Eiser stelde dat hij procesbelang had omdat er een procedure liep tegen zijn ontslag, maar de rechtbank oordeelde dat het feitelijke belang bij de beoordeling van het beroep was komen te vervallen. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep.