ECLI:NL:RBDHA:2021:2430
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Te late indiening aanvraag uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven niet verschoonbaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven, maar deze aanvraag was te laat ingediend. De rechtbank oordeelde dat de indiening van de aanvraag niet verschoonbaar was. Eiseres had op 29 oktober 2018 een aanvraag ingediend, terwijl het geweldsmisdrijf op 26 november 1989 had plaatsgevonden. De rechtbank stelde vast dat eiseres niet binnen de wettelijke termijn van tien jaar had gehandeld en dat de door haar opgegeven reden voor de late indiening niet voldoende was om deze termijn te verantwoorden. Eiseres had eerder, op 27 november 2014, ook al een aanvraag ingediend voor een ander geweldsincident, wat betekende dat zij op de hoogte was van de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet zo spoedig als redelijkerwijs van haar kon worden verlangd haar aanvraag had ingediend. Ondanks het feit dat de rechtbank oordeelde dat de aanvraag te laat was, mocht eiseres de eerder toegekende uitkering van € 10.000,- behouden. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.