Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 maart 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de minister van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Bij het bestreden besluit heeft verweerder gemotiveerd dat evident is dat eiser op 15 december 2018 onder invloed van alcohol op het werk zou zijn verschenen als hij niet staande was gehouden door de politie. Dit is in strijd met interne regels omtrent integriteit. Tevens heeft eiser op die datum de veiligheid van zijn collega’s op het spel gezet door niet tijdig zijn werkzaamheden aan te vangen.
Verweerder heeft ter zitting uiteengezet dat door eisers niet tijdig verschijnen op 15 december 2018 de veiligheid van zijn collega’s is geschaad, omdat zijn afwezigheid door het tekort aan personeel niet tijdig was op te lossen. Voorts heeft verweerder uit de frequentie en de toonzetting van de e-mails die eiser aan de plaatsvervangend directeur heeft gestuurd in redelijkheid mogen afleiden dat die ongepast is.