ECLI:NL:RBDHA:2021:2402
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiseres op grond van veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 januari 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, van Marokkaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft de zaak behandeld in Middelburg, waar eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. J.M.M. van Gils, en de verweerder door mr. R.J.J. Bosma.
De rechtbank overwoog dat Marokko als veilig land van herkomst is aangewezen en dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij in Marokko daadwerkelijk problemen heeft ondervonden. Eiseres had gesteld dat zij problemen met haar familie had na het weigeren van een uithuwelijking, maar de rechtbank oordeelde dat er geen bewijs was dat zij voor haar vertrek uit Marokko problemen had gehad. Bovendien had eiseres zich na haar vertrek niet gemeld in een van de landen van doorreis in de EU voor internationale bescherming, wat haar geloofwaardigheid ondermijnde.
De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat Marokko niet veilig voor haar zou zijn. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de aanvraag af, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier N.A. D’Hoore.