Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- het verzoekschrift deelgeschil ex artikel 1019w e.v. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) dat op 2 september 2020 op de griffie van deze rechtbank is ontvangen, met producties 1 t/m 12;
- het verweerschrift dat op 14 januari 2021 is ontvangen, met producties 1 t/m 7;
- het faxbericht van de zijde van [verzoekster] van 19 januari 2021 met producties 13 t/m 16;
- het faxbericht van de zijde van [verzoekster] van 19 januari 2021 met een kostenbegroting;
- de mondelinge behandeling van het verzoek op 21 januari 2021. Hierbij zijn verschenen (i) [verzoekster] in persoon, vergezeld door haar dochter [de dochter] en bijgestaan door mr. Y. Bosschaart voornoemd en (ii) namens de gemeente [jurist] (werkzaam als jurist bij de afdeling risicomanagement), bijgestaan door mr. N.E.J. Franken voornoemd.
2.De feiten
observatie na trauma capitis met intracraniele bloedingen”.
(…). Cliënte had het ziekenhuis bezocht en werd door haar dochter in een rolstoel voortgeduwd over de stoep rondom het HagaZiekenhuis (locatie Leyenburg), toen cliënte vanwege ongelijke stoeptegel / een losliggende stoeptegel uit de rolstoel is gevallen. Bijgaand treft u enkele foto’s van de stoeptegel aan. Op de foto’s is te zien dat sprake is van ongelijke stoeptegels. Verder is zichtbaar dat zich naast de lichter gekleurde stoeptegel een opening in de stoep bevindt. Ook lag deze stoeptegel los. (…).”
(…). Ten aanzien van de toedracht van het ongeval geeft cliënte aan dat zij voor het ongeval het ziekenhuis had bezocht. Op het moment van het ongeval werd zij door haar dochter in een rolstoel voortgeduwd. Door een ongelijke / losliggende stoeptegel is cliënte uit de rolstoel gevallen. De rolstoel bleef haken. Cliënte is op de grond terechtgekomen en heeft als gevolg van de val letsel bekomen. (…).”
(…). Ik duwde de rolstoel met mij moeder erin van de ene afrit naar de volgende oprit toe. Al duwend naar de oprit bleef de rolstoel haken/vastzitten bij een losliggende tegel waardoor mijn moeder zittend uit de rolstoel werd gelanceerd. (…).”
(…). Mevrouw (…) is ten val gekomen nadat ze van de ene afrit (dat ging vlot af) naar de volgende oprit ging toen de voorste wielen door een paar ongelijke tegels (van de oprit) werden tegen gehouden en kwam vast te zitten. Mevrouw werd toen hierdoor zitten uit de rolstoel hard gelanceerd op het pad. (…).
3.Het deelgeschil
- voor recht verklaart dat de gemeente jegens [verzoekster] aansprakelijk is voor het haar op 3 april 2018 overkomen ongeval en de gevolgen daarvan;
- de gemeente veroordeelt alle door [verzoekster] als gevolg van het ongeval geleden en nog te lijden schade te vergoeden;
- de kosten aan de zijde van [verzoekster] als bedoeld in artikel 1019aa Rv begroot en de gemeente veroordeelt die kosten aan [verzoekster] te voldoen.