ECLI:NL:RBDHA:2021:2262
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van verblijfsvergunning op basis van openbare orde en inreisverbod voor Turkse vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 maart 2021 uitspraak gedaan over de intrekking van de verblijfsvergunning van eiser, een Turkse vreemdeling, op basis van openbare orde. Eiser had een verblijfsrecht ontleend aan Besluit 1/80, maar verweerder heeft de verblijfsvergunning ingetrokken omdat eiser een actuele en ernstige bedreiging voor de samenleving vormt, gezien zijn strafrechtelijke verleden. Eiser is meerdere keren veroordeeld voor ernstige misdrijven, waaronder geweldsdelicten en diefstal. De rechtbank oordeelt dat de intrekking van de verblijfsvergunning en het opleggen van een inreisverbod voor tien jaar gerechtvaardigd zijn, ondanks de argumenten van eiser over zijn familie- en gezinsleven in Nederland. De rechtbank concludeert dat de ernst van de strafbare feiten en het recidiverisico van eiser zwaarder wegen dan zijn persoonlijke omstandigheden. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat de besluiten van verweerder in stand blijven. Eiser kan binnen vier weken hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.