ECLI:NL:RBDHA:2021:2129
Rechtbank Den Haag
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake dwangsommen door Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 februari 2021 uitspraak gedaan over het verzet van drs. [Opposant] tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. De opposant had beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van beschikkingen door het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek (ISD) met betrekking tot de verschuldigdheid en hoogte van dwangsommen. De rechtbank had in een eerdere uitspraak op 1 oktober 2020 het beroep van de opposant niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij geen ingebrekestelling had gedaan zoals vereist door de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In het verzet heeft de opposant aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat hij het dagelijks bestuur niet in gebreke kon stellen vanwege een contactbeperking. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de opposant geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die niet al in het oorspronkelijke beroepschrift waren behandeld. De rechtbank bevestigde dat de situatie van de opposant niet voldeed aan de uitzonderingsgrond van artikel 6:12, derde lid, van de Awb.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en dat de eerdere uitspraak in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.