Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 februari 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 februari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een elektrische step met zadel, welke door verweerder was afgewezen. Verweerder stelde dat de elektrische step een algemeen gebruikelijke voorziening is en dat de kosten daarvan door eiseres gedragen konden worden met een inkomen op minimumniveau. Eiseres, die beperkingen ondervindt door een longaandoening, betwistte deze afwijzing en voerde aan dat de elektrische step niet algemeen gebruikelijk is en dat de kosten niet door haar gedragen kunnen worden.
De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende had onderzocht of de alternatieve e-steps die hij had genoemd, daadwerkelijk een passende bijdrage konden leveren aan de zelfredzaamheid van eiseres. Desondanks concludeerde de rechtbank dat de door eiseres gewenste Veeley V5 e-step als een algemeen gebruikelijke voorziening kon worden aangemerkt, omdat deze niet specifiek voor personen met een beperking is bedoeld en financieel kan worden gedragen met een inkomen op minimumniveau. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond, maar veroordeelde verweerder wel in de proceskosten en het griffierecht van eiseres.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor zorgvuldige besluitvorming door bestuursorganen bij het afwijzen van aanvragen voor maatwerkvoorzieningen, vooral in situaties waarin de aanvrager beperkingen ondervindt. De rechtbank heeft de afwijzing van de aanvraag van eiseres bevestigd, maar heeft ook aangegeven dat er tekortkomingen waren in de besluitvorming van verweerder.