Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.Het incident tot tussenkomst c.q. voeging
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling van het geschil
uitkomstvan de beoordeling, maar uitsluitend tegen de
vastleggingvan de uitkomst van de beoordeling in de gunningsbeslissing. In de visie van de Staat is de uitkomst van de beoordeling hiermee gegeven en kan toewijzing van de (primaire) vorderingen van R&G geen verschil meer maken voor de positie van R&G. De Staat heeft verder betoogd dat ook als de inschrijving van R&G op alle kwalitatieve subcriteria met het cijfer 10 zou worden beoordeeld, R&G nog niet de inschrijver zou zijn met de laagste fictieve inschrijvingsprijs. De inschrijving van R&G kan dus onmogelijk de winnende inschrijving worden, aldus de Staat.
Kamerstukken II2009/10, 32 440, nr. 3) somt op dat de gunningsbeslissing in elk geval de eindscores van de afgewezen inschrijver en de winnende inschrijver moet bevatten, evenals de scores van de afgewezen inschrijver op specifieke kenmerken en de reden(en) waarom op dat specifieke kenmerk eventueel niet de maximale score is toegekend. De gunningsbeslissing in deze zaak bevat die gegevens. Een concrete verplichting voor de aanbestedende dienst tot het verstrekken van een toelichting op de scores van de winnende inschrijver kan niet uit de parlementaire geschiedenis worden afgeleid.