ECLI:NL:RBDHA:2021:1927
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Onvolledige inschrijving bij aanbesteding leidt tot ongeldigverklaring zonder herstelmogelijkheid
In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, heeft de Rechtbank Den Haag op 12 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Rohde & Grahl B.V. (R&G) en de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. R&G had deelgenomen aan een Europese openbare aanbestedingsprocedure voor het leveren van meubilair, specifiek gericht op werkplekstoelen. De Staat had de inschrijving van R&G ongeldig verklaard omdat zij een verkeerd prijsformulier had ingediend. R&G vorderde in kort geding dat de Staat de gunningsbeslissing aan Flokk B.V. zou intrekken en haar de mogelijkheid tot herstel van haar inschrijving zou bieden.
De rechtbank oordeelde dat de inschrijving van R&G inderdaad onvolledig was, aangezien het ingediende prijsformulier niet voldeed aan de eisen zoals gesteld in de aanbestedingsdocumenten. De rechtbank stelde vast dat de aanbestedingsstukken bepaalden dat een inschrijving ongeldig zou worden verklaard bij afwezigheid of onvolledigheid van de prijsinvulformulieren, en dat er in dit geval geen mogelijkheid tot herstel kon worden geboden. De voorzieningenrechter wees de primaire en subsidiaire vorderingen van R&G af, en oordeelde dat Flokk geen belang meer had bij haar vorderingen, aangezien de gunning aan haar vooralsnog niet was gerealiseerd.
De rechtbank veroordeelde R&G in de proceskosten van zowel de Staat als Flokk, en bepaalde dat de proceskosten binnen veertien dagen na de uitspraak voldaan moesten worden. Dit vonnis benadrukt de strikte eisen die aan inschrijvingen in aanbestedingsprocedures worden gesteld en de gevolgen van het niet naleven daarvan.