ECLI:NL:RBDHA:2021:1797
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen rechter mr. O. van der Burg
Op 22 februari 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag het wrakingsverzoek van verzoeker afgewezen. Verzoeker vreesde dat de rechter, mr. O. van der Burg, niet onpartijdig was tijdens de zitting van 12 januari 2021. Hij voelde zich ingeperkt in zijn spreektijd en had de indruk dat de rechter denigrerend tegen hem sprak en vooral met de advocaat van de wederpartij meepraat. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker twintig minuten de tijd had gekregen om zijn standpunt naar voren te brengen, zoals vooraf was aangekondigd in de uitnodigingsbrief. De wrakingskamer oordeelde dat er geen objectieve gronden waren voor de vrees van verzoeker dat de rechter vooringenomen was. De rechter had de orde op de zitting moeten bewaken en verzoeker had niet vooraf om extra spreektijd gevraagd. De wrakingskamer concludeerde dat de vrees van verzoeker niet objectief gerechtvaardigd was en heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.