ECLI:NL:RBDHA:2021:17129
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om afgifte van document op basis van artikel 9 Vreemdelingenwet 2000 zonder nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 november 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor de afgifte van een document op basis van artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000, maar deze aanvraag werd afgewezen door verweerder op 28 september 2021. De afwijzing was gebaseerd op artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat eiseres geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden had aangevoerd die haar aanvraag konden onderbouwen.
Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, maar het bezwaar werd door verweerder kennelijk ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak op 7 oktober 2021 behandeld, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde. De rechtbank overwoog dat eiseres niet voldoende bewijs had geleverd van haar identiteit en nationaliteit, en dat de documenten die zij had overgelegd niet als nieuwe feiten konden worden aangemerkt, omdat deze pas in beroep waren ingediend.
De rechtbank concludeerde dat eiseres geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die de afwijzing van haar aanvraag konden rechtvaardigen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenveroordeling af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 11 november 2021 en is te vinden op rechtspraak.nl.