ECLI:NL:RBDHA:2021:16987
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Venezolaanse eiseres op grond van onvoldoende bewijs van vervolging en ernstige schade
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, van Venezolaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvraag werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat de rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij bij terugkeer naar Venezuela een reëel risico loopt op vervolging of ernstige schade. Eiseres had aangevoerd dat zij en haar echtgenoot in Venezuela waren gegijzeld door overvallers en dat zij vreesde voor wraak bij terugkeer. De rechtbank concludeerde echter dat de algemene situatie in Venezuela niet zodanig is dat asielzoekers uit dat land zonder meer als vluchteling kunnen worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet kon worden aangemerkt als lid van een sociale groep, zoals bedoeld in de Kwalificatierichtlijn, en dat haar vrees voor vervolging niet voldoende onderbouwd was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf partijen de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.