ECLI:NL:RBDHA:2021:16987

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 december 2021
Publicatiedatum
26 augustus 2022
Zaaknummer
NL21,13176
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Venezolaanse eiseres op grond van onvoldoende bewijs van vervolging en ernstige schade

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, van Venezolaanse nationaliteit, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvraag werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat de rechtbank oordeelde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat zij bij terugkeer naar Venezuela een reëel risico loopt op vervolging of ernstige schade. Eiseres had aangevoerd dat zij en haar echtgenoot in Venezuela waren gegijzeld door overvallers en dat zij vreesde voor wraak bij terugkeer. De rechtbank concludeerde echter dat de algemene situatie in Venezuela niet zodanig is dat asielzoekers uit dat land zonder meer als vluchteling kunnen worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet kon worden aangemerkt als lid van een sociale groep, zoals bedoeld in de Kwalificatierichtlijn, en dat haar vrees voor vervolging niet voldoende onderbouwd was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf partijen de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.13176
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. A.P.E.M. Pover),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. C.W.M. van Breda).

Procesverloop

Bij besluit van 19 juli 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond. Verder wordt aan eiseres geen reguliere verblijfsvergunning verleend en krijgt zij geen uitstel van vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 15 december 2021 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen E.E.H. Willems. Tevens is aanwezig de heer [A] , echtgenoot van eiseres. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Overwegingen

1. Eiseres stelt van Venezolaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [1960] .
2. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij en haar Nederlandse echtgenoot in hun huis in Venezuela drie uur lang zijn gegijzeld door overvallers. De overvallers zijn door de politie opgepakt en hebben in de gevangenis gezeten, maar zijn inmiddels weer vrij. Eiseres vreest bij terugkeer naar Venezuela wraak van de overvallers. Daarnaast kunnen, zolang er niets verandert aan de algemene situatie in Venezuela, eiseres en haar echtgenoot niet terugkeren naar Venezuela.
3. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
 Identiteit, nationaliteit en herkomst
 Gijzeling en mishandeling van eiseres en haar echtgenoot
4. Verweerder heeft zich hierover op het standpunt gesteld dat beide relevante elementen geloofwaardig zijn. Verder heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat de algemene situatie in Venezuela niet zodanig is dat asielzoekers uit dat land zonder meer als vluchteling zijn aan te merken. Uit haar verklaringen blijkt niet dat eiseres kan worden aangemerkt als vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag. Evenmin heeft eiseres aannemelijk gemaakt dat zij bij terugkeer naar Venezuela een reëel risico loopt op ernstige schade. Niet is aannemelijk gemaakt dat sprake is van een uitzonderlijke situatie waarin eiseres enkel door haar aanwezigheid in Venezuela een reëel risico loopt op ernstige schade. Verweerder concludeert daarom dat de asielaanvraag wordt afgewezen als ongegrond.
5. Eiseres voert als eerste beroepsgrond aan dat zij behoort tot een sociale groep als bedoeld in artikel 10, eerste lid, aanhef en onder d, van de Kwalificatierichtlijn. Eiseres stelt zich op het standpunt dat in Venezuela vrouwen die zijn getrouwd met een buitenlander een eigen identiteit hebben, wat een kenmerk is dat fundamenteel is voor eiseres. Dit was ook de reden waarom zij en haar echtgenoot in hun eigen huis zijn overvallen.
6. De rechtbank overweegt dat deze stelling er op neer komt dat eiseres vanwege haar huwelijk met een buitenlandse man, en waarschijnlijk ook omdat zij een eigen bedrijf had, een bepaalde sociale status had in Venezuela. Naar het oordeel van de rechtbank is dit echter onvoldoende om als sociale groep in de zin van de Kwalificatierichtlijn te kunnen worden aangemerkt. Deze beroepsgrond slaagt daarom niet. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat zelfs als eiseres als behorende tot een sociale groep moet worden aangemerkt, verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij om die reden is overvallen. Daar zijn in de verklaringen van eiseres en in de stukken geen concrete aanknopingspunten voor te vinden. Dit alles bij elkaar genomen, leidt tot het oordeel dat eiseres geen gegronde vrees heeft voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag en geen gegrond vrees heeft voor ernstige schade als bedoeld in artikel 3 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Deze beroepsgrond slaagt niet.
1. Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende
bescherming (herschikking)
7. Verder heeft eiseres aangevoerd dat de veiligheidssituatie in Venezuela en specifiek op [regio] zo ernstig is dat er in feite sprake is een oorlogssituatie, waardoor mensen die naar Venezuela gaan louter vanwege hun aanwezigheid daar het risico lopen op ernstige schade. Dat standpunt volgt de rechtbank niet. Verweerder heeft in dat verband terecht verwezen naar de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 8 oktober 2021, waarin is geoordeeld dat in Venezuela geen sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 15, onder c van de Kwalificatierichtlijn. Daar waar eiseres specifiek voor [regio] , de regio waar zij vandaan komt, heeft verwezen naar het rapport Venezuela Country Focus van EASO3 van augustus 2020 overweegt de rechtbank dat dit standpunt en deze verwijzing niet nader is onderbouwd en geconcretiseerd, zodat het beroep hierop niet kan slagen.
8. De rechtbank concludeert daarom dat eiseres niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag is terecht afgewezen als ongegrond.
9. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
10. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 december 2021 door mr. J.G. Nicholson, rechter, in aanwezigheid van mr. K.S. Smits, griffier.
3 European Asylum Support Office
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
17 december 2021

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. U ziet deze datum hierboven.