ECLI:NL:RBDHA:2021:16961

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 december 2021
Publicatiedatum
25 augustus 2022
Zaaknummer
NL21.9884
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag verblijfsdocument EU/EER op grond van artikel 9 Vreemdelingenwet 2000 en bewijsnood

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 december 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. H.H.R. Bruggeman, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had op 10 juni 2020 een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument EU/EER op basis van artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000, welke aanvraag op 4 december 2020 door verweerder werd afgewezen. Het bezwaar van eiseres tegen deze afwijzing werd op 22 juni 2021 ongegrond verklaard, waarna eiseres beroep instelde bij de rechtbank.

Tijdens de zitting op 25 november 2021, waar eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, maar verweerder niet, heeft de rechtbank de zaak behandeld. Eiseres stelde dat zij van Azerbeidzjaanse nationaliteit is en dat zij verblijf bij haar kinderen, die de Nederlandse nationaliteit hebben, wenst. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende had onderbouwd waarom eiseres haar identiteit en nationaliteit niet aannemelijk had gemaakt. Eiseres had geprobeerd haar identiteit te bevestigen via de Azerbeidzjaanse autoriteiten, maar dit was niet gelukt. De rechtbank concludeerde dat verweerder zijn onderzoeksplicht had geschonden en dat er sprake was van een motiveringsgebrek.

De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen tien weken een nieuw besluit te nemen, waarbij eiseres opnieuw gehoord dient te worden. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die op € 1.496,- werden vastgesteld. De uitspraak werd openbaar gemaakt en is gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.9884
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. H.H.R. Bruggeman), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

Procesverloop

In het besluit van 4 december 2020 (primair besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres van 10 juni 2020 tot afgifte van een verblijfsdocument EU/EER op grond van artikel 9, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000), afgewezen.
In het besluit van 22 juni 2021 (bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL21.9885, op 25 november 2021 op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen de heer S. Anvar. Verweerder is, met bericht van verhindering, niet verschenen.

Overwegingen

1. Eiseres stelt te zijn geboren op [geboortedatum] 1989 en van Azerbeidzjaanse nationaliteit te zijn. Eiseres wenst verblijf bij haar kinderen [naam 1] en [naam 2] , die de Nederlandse nationaliteit hebben. Daarom heeft zij een aanvraag ingediend voor een document waaruit blijkt dat hij een afgeleid verblijfsrecht heeft op grond van artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en het arrest Chavez- Vilchez.1
2. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen omdat eiseres haar identiteit en nationaliteit niet aannemelijk heeft gemaakt door het overleggen van een geldig document
1. Hof van Justitie van de Europese Unie, 10 mei 2017, ECLI:EU:C:2017:354.
voor grensoverschrijding of een geldige identiteitskaart. Ook heeft eiseres haar identiteit en nationaliteit niet ondubbelzinnig aangetoond met andere middelen. Zij voldoet daarom niet aan voorwaarde a. zoals neergelegd in paragraaf B10/2.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc). Eiseres heeft verder niet aangetoond dat zij de moeder is van [naam 1] en [naam 2] . Daarom voldoet eiseres ook niet aan voorwaarde b. van paragraaf B10/2.2 van de Vc.
3. Eiseres heeft aangevoerd aan dat zij haar identiteit en nationaliteit wel aannemelijk heeft gemaakt. Voor zover dit standpunt niet wordt gevolgd, heeft zij aangevoerd dat zij in bewijsnood verkeert. Uit de door eiseres overgelegde stukken blijkt dat zij zowel zelf als via de Dienst Terugkeer & Vertrekt (DT&V) meermaals heeft geprobeerd via de ambassade haar identiteit en nationaliteit bevestigd te krijgen. Dit is helaas niet gelukt. Eiseres heeft altijd dezelfde persoonsgegevens gebruikt en er is geen reden om te veronderstellen dat deze gegevens onjuist zijn. Verweerder heeft ook een W-document op basis van deze gegevens afgegeven. Eiseres heeft verder aangeboden om mee te werken aan een vingerafdrukkenonderzoek. Verweerder heeft zijn onderzoeksplicht en hoorplicht geschonden.
4. De rechtbank stelt allereerst vast dat verweerder niet langer aan eiseres tegenwerpt dat zij niet heeft aangetoond de biologische moeder van [naam 1] en [naam 2] te zijn (voorwaarde b). De rechtbank zal wat is aangevoerd met betrekking tot voorwaarde b daarom onbesproken laten.
5. Met betrekking tot voorwaarde a overweegt de rechtbank als volgt. Uit het arrest Oulane2 volgt dat als algemeen uitgangspunt geldt dat een lidstaat een bewijs van identiteit en nationaliteit mag verlangen van een vreemdeling die op het grondgebied van die lidstaat wil verblijven. Dit bewijs kan worden geleverd door het overleggen van een geldig paspoort of identiteitsbewijs, dan wel met andere middelen die de identiteit en nationaliteit van de vreemdeling ondubbelzinnig aantonen. Dit uitgangspunt is door verweerder opgenomen in paragraaf B10/2.2. van de Vc:
“Een vreemdeling heeft rechtmatig verblijf op grond van artikel 8 onder e, Vw als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
a.de vreemdeling moet zijn identiteit en nationaliteit aannemelijk maken door het overleggen van een
geldig document voor grensoverschrijding of een geldige identiteitskaart. Als de vreemdeling hieraan niet kan voldoen, moet hij zijn identiteit en nationaliteit ondubbelzinnig aantonen met andere middelen;”[..]
6. Niet in geschil is dat eiseres geen geldig document voor grensoverschrijding of een geldige identiteitskaart heeft overgelegd. Zij heeft andere documenten overgelegd waarvan zij stelt dat deze haar identiteit en nationaliteit aantonen. Uit het asielrelaas van eiseres volgt dat zij haar geboorteakte en identiteitsdocument heeft moeten achterlaten, omdat er sprake was van een vluchtsituatie. De rechtbank is van oordeel dat verweerder aan eiseres heeft kunnen tegenwerpen dat zij deze documenten niet heeft meegenomen, nu eiseres nog tien dagen bij haar oom heeft verbleven en dus voldoende tijd heeft gehad om deze documenten op te (laten) halen. De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder de door eiseres wel overgelegde documenten onvoldoende heeft kunnen achten om haar identiteit en nationaliteit ondubbelzinnig aan te tonen. Zoals verweerder heeft overwogen blijkt uit de meest recente verklaring van de Azerbeidzjaanse autoriteiten van 15 mei 2015 dat de nationaliteit van eiseres niet kan worden vastgesteld. De verklaring van [A] ,
2 Hof van 17 februari 2005, ECLI:EU:C:2005:95.
penningmeester van de gemeente [gemeente] van 23 juni 2010 heeft verweerder ook onvoldoende kunnen achten. Daargelaten dat niet duidelijk is op basis van welke gegevens deze verklaring is afgegeven, hebben de Azerbeidzjaanse autoriteiten deze verklaring onvoldoende geacht om de gestelde identiteit en nationaliteit van eiseres te bevestigen. Het W-document is een tijdelijk document dat wordt verstrekt op basis van de door een vreemdeling opgegeven gegevens. Het is dus geen identificerend document van de Azerbeidzjaanse autoriteiten. Dat eiseres heeft aangeboden om mee te werken aan een vingerafdrukkenonderzoek maakt niet dat verweerder hieraan medewerking moet te verlenen. Nog daargelaten in hoeverre met een dergelijk onderzoek de identiteit en nationaliteit van eiseres kunnen worden vastgesteld, rust de bewijslast voor het aantonen van haar identiteit en nationaliteit op eiseres. Dat eiseres naar eigen zeggen een tante heeft bij wie verweerder nader onderzoek had moeten doen, volgt de rechtbank evenmin. Het ligt het op de weg van eiseres om haar identiteit en nationaliteit aan te tonen.
7. De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of er sprake is van bewijsnood. Verweerder heeft in dit kader aan eiseres tegengeworpen dat het feit dat zij tevergeefs is gepresenteerd bij de Azerbeidzjaanse autoriteiten niet maakt dat er sprake is van bewijsnood. Eiseres heeft verder haar stelling dat zij contact heeft opgenomen met familieleden in Azerbeidzjan om aan documenten te komen niet onderbouwd, zodat verweerder dit onvoldoende heeft mogen achten om bewijsnood aan te nemen. Eiseres heeft verder reeds in bezwaar aangevoerd dat zij met DT&V, maar ook zelf pogingen heeft ondernomen om haar identiteit en nationaliteit aan te tonen. Zo heeft eiseres verklaard dat ze zich tot de Azerbeidzjaanse ambassade heeft gericht. In het verweerschrift heeft verweerder gesteld dat niet bekend is dat eiseres een actieve rol heeft gespeeld in het contact met de Azerbeidzjaanse ambassade. Ter zitting heeft eiseres in reactie op het verweerschrift verklaard dat zij wel degelijk zelf ook contact heeft gezocht met de Azerbeidzjaanse autoriteiten. Eiseres heeft ter illustratie gewezen op een mailwisseling van 26 april 2012 tussen haar toenmalig gemachtigde en de Azerbeidzjaanse ambassade die zich in het dossier van verweerder bevindt. Eiseres heeft verklaard dat zij ook op andere momenten zelf contact heeft gezocht met de Azerbeidzjaanse ambassade. Mevrouw [B] heeft ter zitting verklaard dat eiseres na 2015 tijdens een groepsbijeenkomst heeft verteld dat zij contact had opgenomen met de Azerbeidzjaanse ambassade. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat, anders dan verweerder in zijn verweerschrift meent, niet zondermeer gezegd kan worden dat eisers geen actieve rol heeft gespeeld in het contact met de Azerbeidzjaanse ambassade. Verweerder kon dus niet (mede) om die reden het beroep van eiseres op bewijsnood ter zijde schuiven. Nu verweerder niet inzichtelijk heeft gemaakt of en zo ja, hoe het vermeende stilzitten van eiseres is betrokken bij de beoordeling van eventuele bewijsnood is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van een motiveringsgebrek.
8. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit dient te worden vernietigd. De rechtbank is van oordeel dat het gebrek niet kan worden gepasseerd, nu verweerder niet ter zitting is verschenen om een nadere uitleg te geven. Ook kunnen de rechtsgevolgen van het bestreden besluit niet in stand blijven. De rechtbank betrekt bij dit oordeel dat verweerder eiseres dient te horen over haar pogingen om haar identiteit en nationaliteit aan te tonen. Daarbij kan onder andere de door eiseres aangehaalde mailwisseling van 26 april 2012 mede worden. Verweerder heeft immers aan eiseres tegengeworpen dat zij geen actieve rol heeft gespeeld in het contact met de Azerbeidzjaanse ambassade, terwijl eiseres dit gemotiveerd heeft bestreden. Verder heeft eiseres ter zitting heeft verklaard dat zij is gepresenteerd bij de Azerbeidzjaanse autoriteiten en dat zij haar mondeling hebben medegedeeld dat zij
inderdaad afkomstig is uit Azerbeidzjaan. Eiseres heeft ter zitting nog aangevoerd dat zij bij haar asielaanvraag enkele originele documenten heeft overgelegd die van belang zijn voor het vaststellen van haar identiteit en nationaliteit, te weten een oproep van de rechtbank, twee oproepen van de politie, een envelop en een woonplaatsregistratie, maar dat verweerder deze documenten is kwijtgeraakt. Omdat verweerder niet ter zitting aanwezig was, heeft verweerder niet op dit standpunt kunnen reageren. Ook dit punt kan tijdens een hoorzitting in bezwaar alsnog besproken worden.
9. Verweerder zal een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak Verweerder dient opnieuw op het bezwaar van eiseres te beslissen en dient te onderzoeken in hoeverre het vermeende stilzitten van eiseres feitelijk juist is én in hoeverre het antwoord op die vraag tot bewijsnood leidt. Verweerder dient verder eiseres alsnog te horen en daarbij in ieder geval de punten die genoemd zijn onder rechtsoverweging 8 te betrekken. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van tien weken na de dag van verzending van deze uitspraak.
10. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
11. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.496,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 748,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt verweerder op binnen tien weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
  • draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 181,- aan eiseres te vergoeden;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.496,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C. Karman, rechter, in aanwezigheid van L.S. Lodder, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
03 december 2021
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.

Documentcode: [documentcode]

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.