Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 november 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring en een terugkeerbesluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Colombiaanse nationaliteit, was op 6 oktober 2021 aangehouden op verdenking van het bezit van wapens, wat later onterecht bleek te zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 7 oktober 2021 is opgelegd, samen met een terugkeerbesluit en een inreisverbod van twee jaar. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze besluiten, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de beoordeling zich beperkt tot de vraag of de bewaring onrechtmatig was voorafgaand aan de opheffing ervan. Eiser heeft aangevoerd dat hij als toerist naar Nederland was gekomen en dat hij zijn paspoort niet bij zich had op het moment van aanhouding. De rechtbank oordeelde echter dat de Staatssecretaris voldoende gronden had om de maatregel van bewaring op te leggen, gezien het risico dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de gronden voor het terugkeerbesluit dezelfde waren als die voor de maatregel van bewaring, waardoor het besluit gerechtvaardigd was.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.