Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [v-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 november 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Egyptische asielzoeker. De eiser, die stelt van Egyptische nationaliteit te zijn, is op 6 november 2021 in bewaring gesteld op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder in deze zaak, heeft de maatregel van bewaring opgelegd, omdat er een concreet aanknopingspunt voor een overdracht naar Italië bestaat en er een significant risico is dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht.
Tijdens de zitting op 15 november 2021 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft overwogen dat de zware gronden die aan de maatregel van bewaring ten grondslag zijn gelegd, voldoende zijn om aan te nemen dat er een significant risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser de zware grond 3a betwist, maar heeft geconcludeerd dat de overige gronden voldoende zijn om de maatregel te rechtvaardigen.
Eiser heeft ook aangevoerd dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld in het kader van de Dublinclaim. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder voldoende voortvarend heeft gehandeld, aangezien er een vertrekgesprek heeft plaatsgevonden en verweerder afhankelijk is van de beschikbaarheid van vluchten naar Italië. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.