Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [v-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 november 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die aan eiser, een Poolse Unieburger, was opgelegd. De maatregel was gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser had tegen het bestreden besluit van 4 november 2021 beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding werd aangemerkt. Tijdens de zitting op 15 november 2021 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd hij vertaald door een tolk. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser de gronden voor de maatregel van bewaring betwistte, maar dat de verweerder voldoende redenen had om de maatregel op te leggen, waaronder het risico dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken.
De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder zijn verwijdering naar Polen en de voorwaarden van zijn inbewaringstelling, zorgvuldig overwogen. Eiser stelde dat zijn inbewaringstelling in strijd was met zijn rechten als Unieburger binnen de EU, maar de rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd was om een efficiënte verwijdering te waarborgen. De rechtbank concludeerde dat de zware gronden die door de verweerder waren aangevoerd, voldoende waren om de maatregel van bewaring te handhaven. Eiser's beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.