ECLI:NL:RBDHA:2021:16830
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugkeerbesluit en rechtsmatigheid van verblijf in Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 15 oktober 2021, is eiseres, een vrouw van Surinaamse nationaliteit, in beroep gegaan tegen een terugkeerbesluit dat haar door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. Dit besluit, dat op 2 juli 2021 werd genomen, gaf eiseres een vertrektermijn van 28 dagen. Op 6 juli 2021 werd dit besluit aangevuld, wat aanleiding gaf tot het beroep van eiseres. De zitting vond plaats op 14 oktober 2021, waar eiseres zelf aanwezig was en de verweerder vertegenwoordigd werd door een gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in oktober 2019 legaal Nederland is binnengekomen, maar sinds december 2019 geen rechtmatig verblijf meer heeft. Eiseres heeft vier volwassen kinderen en twee kleinkinderen in Nederland, en een partner met de Duitse nationaliteit. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris terecht heeft geconcludeerd dat eiseres onrechtmatig in Nederland verblijft, en dat er geen reden is om het terugkeerbesluit te herzien. Eiseres heeft aangevoerd dat zij niet kan terugkeren naar Suriname vanwege haar zorg voor haar partner en haar band met haar kleinkinderen, maar de rechtbank oordeelt dat deze argumenten niet voldoende zijn om het besluit te weerleggen.
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiseres ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen vier weken hoger beroep aan te tekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.