Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres], eiseres V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 november 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling, eiseres, die van Braziliaanse nationaliteit is. Eiseres had een aanvraag voor een verblijfsvergunning op humanitaire gronden ingediend, maar deze was afgewezen. Tegen deze afwijzing had zij bezwaar aangetekend en een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Echter, de rechtbank oordeelde dat het bezwaar geen opschortende werking had, omdat het verzoek om een voorlopige voorziening niet binnen de vereiste termijn van 24 uur was ingediend. Hierdoor was eiseres onrechtmatig in Nederland verblijvend en kon de maatregel van bewaring op grond van de Vreemdelingenwet 2000 worden opgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de bewaring niet zijn betwist door eiseres. Eiseres voerde aan dat verweerder had kunnen volstaan met een lichter middel dan bewaring, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder al eerder een lichter middel had opgelegd, namelijk een maatregel op grond van artikel 56 van de Vreemdelingenwet, die echter niet het gewenste resultaat had opgeleverd. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd was, gezien het risico dat eiseres zich aan het toezicht zou onttrekken.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak aangegeven, waarbij hoger beroep mogelijk is bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.