Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 29 oktober 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , V-nummer [V-nummer] , eiseres
de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
19 januari 2021 [3] . In deze zaak heeft verweerder ook het bezwaar tegen de weigering van een visumaanvraag kennelijk ongegrond verklaard omdat de eiser in die zaak werd beschouwd als een bedreiging voor de volksgezondheid zoals omschreven in artikel 2, lid 21, van de Schengengrenscode, vanwege de uitbraak van het coronavirus. De rechtbank heeft hierover geoordeeld dat verweerder het gevraagde visum op grond van artikel 32, eerste lid, sub a onder vi, van de Visumcode heeft kunnen weigeren.