Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit 1 niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen bestreden besluit 2 ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 oktober 2021 uitspraak gedaan in een vreemdelingenrechtelijke kwestie. Eiser, een Colombiaanse nationaliteit, heeft beroep ingesteld tegen twee besluiten van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het eerste besluit, genomen op 7 oktober 2021, betrof een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor de duur van twee jaar. Het tweede besluit, genomen op 8 oktober 2021, betrof de maatregel van bewaring op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft zijn beroep ingesteld op 12 oktober 2021, nadat de besluiten al waren ingetrokken. De rechtbank heeft het beroep behandeld op 25 oktober 2021, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde.
De rechtbank heeft overwogen dat eiser niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn beroep tegen het terugkeerbesluit en het inreisverbod, omdat deze besluiten al waren opgeheven op het moment van indienen van het beroep. Wat betreft de maatregel van bewaring heeft de rechtbank vastgesteld dat er een concreet aanknopingspunt was voor een overdracht op basis van de Dublinverordening en dat er een significant risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser heeft de gronden voor de maatregel van bewaring niet betwist. De rechtbank heeft geoordeeld dat de grondslag voor de bewaring tijdig is gewijzigd door verweerder, en heeft het beroep ongegrond verklaard. Het verzoek om schadevergoeding is eveneens afgewezen, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.