Overwegingen
Vrijstelling griffierecht
1. Eiser heeft verzocht om vrijstelling van de verplichting tot betaling van het griffierecht door betalingsonmacht. Eiser heeft met een ingevuld formulier op 29 maart 2021 verklaard geen inkomen te genieten en niet over vermogen te beschikken.
2. Naar het oordeel van de rechtbank heeft eiser voldoende aangetoond dat hij voldoet aan de voorwaarden voor de vrijstelling. De rechtbank verleent eiser daarom vrijstelling van de betaling van griffierecht.
Onderzoek naar het rechtmatig verblijf
3. Eiser stelt dat verweerder ten onrechte een onderzoek is gestart naar zijn rechtmatig verblijf. Volgens eiser vormt hij, gelet op de door hem gepleegde strafbare feiten, geen gevaar voor de openbare orde.
4. Op grond van de Vbkan in specifieke gevallen van redelijke twijfel onderzocht worden of aan de voorwaarden voor rechtmatig verblijf wordt voldaan.
5. Uit de dossierstukken volgt dat de strafbare feiten van eiser bij verweerder het vermoeden hebben doen ontstaan dat eiser niet genoeg middelen heeft om van te leven en er sprake is van een redelijke twijfel om nader onderzoek te verrichten. Dat eiser een gevaar vormt voor de openbare orde, is niet aan het opstarten van het onderzoek ten grondslag gelegd en wordt eiser ook niet tegengeworpen door verweerder. De stelling van eiser kan de rechtmatigheid van het onderzoek dan niet raken. De beroepsgrond slaagt niet.
De voorwaarden voor het rechtmatig verblijf
6. Eiser stelt dat hij voldoet aan de voorwaarden voor rechtmatig verblijf. Hij is druk bezig met het vinden van werk en er is een reële kans op werk. Hij is niet vrijwillig werkeloos geworden.
7. Volgens verweerder voldoet eiser niet aan de voorwaarden uit artikel 8.12, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Vb. In dit artikel staat dat de vreemdeling langer dan drie maanden na inreis rechtmatig verblijf in Nederland heeft, indien hij:
a. in Nederland werknemer of zelfstandige is dan wel Nederland is ingereisd om werk te zoeken en kan bewijzen dat hij werk zoekt en een reële kans op werk heeft;
b. voor zichzelf en zijn familieleden beschikt over voldoende middelen van bestaan en over een verzekering die de ziektekosten in Nederland volledig dekt;
8. De rechtbank ziet in de stellingen van eiser, zonder nadere onderbouwing, geen aanleiding te twijfelen aan de conclusie van verweerder. Van een reële kans op werk is de rechtbank niet gebleken. Daarnaast is niet gesteld of gebleken dat eiser voldoende middelen heeft om van te leven en een ziektekostenverzekering heeft. Verweerder heeft dan terecht geconcludeerd dat eiser niet aan bovengenoemde alternatieve voorwaarden voldoet en hij dus geen rechtmatig verblijf heeft. De beroepsgrond slaagt niet.
9. Eiser stelt dat hij een groot belang heeft bij voortzetting van zijn rechtmatig verblijf. Hij wil in Nederland blijven wonen en werken. Hij heeft jarenlang in de vakanties in Nederland gewerkt en (van december 2019 tot en met januari 2020) in loondienst. Eiser heeft hier sociale en economische banden opgebouwd. Hij is sinds een ongeval werkeloos geraakt en wil snel weer arbeid verrichten. Door de bestreden besluitvorming wordt hij ernstig in zijn belangen geschaad.
10. Omdat de vaststelling van de onrechtmatigheid van het verblijf ook een verwijderingsmaatregel is in de zin van de Verblijfsrichtlijn, dient verweerder een belangenafweging te maken.
11. Uit het bestreden besluit volgt dat de belangenafweging van verweerder in het nadeel van eiser uitvalt. Verweerder heeft hierbij meegewogen dat eiser in het verleden heeft gewerkt in Nederland, maar nu niet werkt en ook geen zicht heeft op werk. Niet gebleken is dat eiser sterke banden heeft met Nederland. Hij heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. Niet gebleken is dat hij familieleden of een partner in Nederland heeft. Zijn familie woont volgens eiser in Duitsland. Dan is er geen sprake van familieleven in Nederland. Voor zover hij contacten heeft in Nederland kunnen deze ook op afstand worden onderhouden, aldus verweerder.
12. De rechtbank ziet in de stellingen van eiser, zonder nadere onderbouwing, geen aanleiding de belangenafweging van verweerder onzorgvuldig of onjuist te achten. Eiser heeft niet onderbouwd of anderszins aannemelijk gemaakt dat verweerder bij deze belangenafweging van onjuiste uitgangspunten is uitgegaan of een onzorgvuldige weging heeft gemaakt. Dat eiser een andere weging voorstaat, is op zichzelf onvoldoende om de belangenafweging van verweerder onjuist te achten. De beroepsgrond slaagt niet.
Zorgvuldigheidsbeginsel en motiveringsbeginsel
13. Eiser stelt dat het bestreden besluit in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel. Volgens eiser blijkt niet dat de persoonlijke gevolgen van de verblijfsbeëindiging en mogelijke uitzetting, die voor eiser ingrijpend zijn, zijn afgezet tegen de met de beleidsregels te dienen doelen. Eiser wil in Nederland blijven. Hij heeft de Poolse nationaliteit, heeft geen bijstandsuitkering en wil blijven werken in Nederland.
14. De rechtbank ziet in de stellingen van eiser, zonder concrete onderbouwing, geen aanleiding de besluitvorming onzorgvuldig of onvoldoende gemotiveerd te achten. De beroepsgrond slaagt niet.
15. Wat is aangevoerd, leidt niet tot het oordeel dat het bestreden besluit onrechtmatig is. Het beroep is ongegrond.
16. Gegeven de beslissing in de hoofdzaak is er geen grond meer voor het treffen van de verzochte voorlopige voorziening, zodat het verzoek wordt afgewezen.
17. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.