Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 juli 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling. Eiseres, die al twee jaar in Nederland verblijft zonder haar verblijf te legaliseren, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij haar de maatregel van bewaring is opgelegd op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft de zaak op 28 juni 2021 behandeld, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde en een tolk aanwezig was. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring is opgelegd omdat er een risico bestaat dat eiseres zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet op de voorgeschreven wijze Nederland is binnengekomen en dat haar verblijfsvergunning op 20 april 2018 is ingetrokken. Eiseres heeft geen gevolg gegeven aan haar terugkeerplicht, wat voldoende gronden biedt voor de maatregel van bewaring. De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiseres, die zich verzet tegen de opgelegde maatregel, onbesproken gelaten, omdat de zware gronden voldoende zijn om de bewaring te rechtvaardigen.
Eiseres heeft ook aangevoerd dat verweerder had moeten volstaan met een lichter middel dan inbewaringstelling, omdat zij een vliegticket naar Turkije zou hebben gekocht. De rechtbank oordeelt echter dat de reserveringsbevestiging van het vliegticket niet voldoende is om aan te nemen dat eiseres daadwerkelijk zal terugkeren. De rechtbank concludeert dat verweerder terecht geen lichter middel heeft gekozen en dat het beroep ongegrond is. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.