Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. E.C.M. Boerboom, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 februari 2021 uitspraak gedaan in een procedure over de maatregel van bewaring van een Soedanese vreemdeling, eiser, die in het kader van de Dublinoverdracht aan Frankrijk zou worden overgedragen. De rechtbank heeft de vraag beoordeeld of verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, voortvarend heeft gehandeld bij de uitvoering van deze maatregel. Eiser had op 20 december 2020 de maatregel van bewaring opgelegd gekregen en heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 28 januari 2021 is opgeheven, omdat eiser was overgedragen aan Frankrijk.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de beoordeling van voortvarend handelen afhankelijk is van de concrete omstandigheden van het geval. Hoewel het tijdsverloop tussen de handelingen van verweerder aanvankelijk onaanvaardbaar groot leek, heeft de rechtbank geconcludeerd dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd hoe het overdrachtstraject feitelijk is verlopen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder niet lichtvaardig is omgegaan met de duur van de detentie en dat de vaststelling dat het feitelijk sneller had gekund, niet automatisch leidt tot de conclusie dat niet voortvarend is gehandeld. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, wat betekent dat er geen aanleiding was voor schadevergoeding of proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. S. van Lokven, rechter, en is openbaar gemaakt op 25 februari 2021. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.