In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. L. Sinoo, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door H. Jahanyar, omdat er niet tijdig is beslist op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op 7 februari 2020 verweerder in gebreke heeft gesteld, maar dat er sindsdien geen besluit is genomen. De rechtbank heeft besloten dat het beroep gegrond is, omdat verweerder te laat heeft beslist.
De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-.
Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 267,-, omdat zij een professionele juridische hulpverlener heeft ingeschakeld. De rechtbank heeft de uitspraak gedaan op 15 april 2021, waarbij de rechter mr. J.G. Nicholson en griffier M. Bos aanwezig waren. De uitspraak is openbaar gemaakt en gepubliceerd op rechtspraak.nl.