Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
- identiteit, nationaliteit en herkomst;
- beschuldiging van moord op een vriend.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 juli 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse eiser, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De eiser, geboren in 1992, had asiel aangevraagd na een incident waarbij zijn vriend om het leven kwam. De rechtbank heeft het beroep van de eiser behandeld op een hybride zitting op 22 juni 2021, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door gemachtigden.
De rechtbank heeft allereerst de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld. Het bestreden besluit was gedateerd op 19 april 2021, en de rechtbank concludeerde dat de eiser te laat beroep had ingesteld. Echter, na het indienen van een verklaring over een faxstoring, oordeelde de rechtbank dat er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding, waardoor het beroep ontvankelijk was.
Vervolgens heeft de rechtbank de geloofwaardigheid van het asielrelaas van de eiser beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van de eiser vaag en tegenstrijdig waren. De eiser had niet kunnen onderbouwen dat hij documenten uit Nigeria had kunnen verkrijgen en zijn verklaringen over de gebeurtenissen rondom de ruzie met zijn vriend waren inconsistent. De rechtbank concludeerde dat de eiser er niet in was geslaagd om zijn asielrelaas aannemelijk te maken, en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.