Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 juli 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Egyptische nationaliteit. De maatregel van bewaring was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 19 juli 2021 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. De rechtbank heeft de argumenten van eiser en verweerder zorgvuldig afgewogen.
Eiser betwistte de gronden voor de maatregel van bewaring, met name het zicht op uitzetting naar Egypte. Hij stelde dat er geen zicht op uitzetting was, omdat hij geen informatie had over recente uitzettingen of presentaties bij de Egyptische autoriteiten. Verweerder daarentegen stelde dat er onverkort zicht op uitzetting naar Egypte bestond, ondanks het ontbreken van concrete gegevens. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser de gronden voor de maatregel niet heeft betwist en dat er op basis van eerdere uitspraken voldoende zicht op uitzetting naar Egypte was.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Ook is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.