Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser, die in het kader van de Dublinverordening is opgelegd. De maatregel van bewaring is opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 3 mei 2021, omdat er een concreet aanknopingspunt bestaat voor een overdracht naar Duitsland en er een significant risico is dat de eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De eiser heeft beroep ingesteld tegen deze maatregel, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding.
Tijdens de zitting op 10 mei 2021 heeft de eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende gronden zijn voor de maatregel van bewaring, en dat de eiser niet op de voorgeschreven wijze Nederland is binnengekomen. De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel voldoende is gemotiveerd, met name omdat uit Eurodac blijkt dat de eiser eerder in andere lidstaten, waaronder Duitsland, een asielaanvraag heeft gedaan. Dit levert een concreet aanknopingspunt op voor de overdracht.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 12 mei 2021, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.