Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 april 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die onder de Vreemdelingenwet 2000 valt. Eiser had op 6 april 2021 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, op basis van artikel 59b, eerste lid, aanhef en onder b en c van de Vreemdelingenwet. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 12 april 2021 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld.
De rechtbank heeft de gronden voor de maatregel van bewaring beoordeeld. De Staatssecretaris stelde dat de maatregel noodzakelijk was om gegevens te verkrijgen voor de beoordeling van de asielaanvraag van eiser, en dat er een risico op onttrekking bestond. Eiser betwistte deze gronden en stelde dat hij meewerkte aan de asielprocedure, waardoor bewaring niet nodig zou zijn. De rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris voldoende gronden had aangevoerd voor de maatregel van bewaring, en dat er een reëel risico op onttrekking bestond. De rechtbank oordeelde dat de b-grond voor de maatregel rechtmatig was en dat de c-grond niet meer relevant was voor de uitspraak.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 16 april 2021, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.