Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 maart 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Nigeriaanse asielzoeker. De eiser, vertegenwoordigd door mr. B.J. Manspeaker, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 26 februari 2021 was genomen. Dit besluit hield in dat de maatregel van bewaring werd opgelegd op grond van artikel 59a, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, omdat er een concreet aanknopingspunt bestond voor een overdracht aan Italië en er een significant risico was dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Tijdens de zitting op 8 maart 2021 heeft de rechtbank de argumenten van eiser gehoord, die aanvoerde dat hij niet op de voorgeschreven wijze Nederland was binnengekomen en geen medewerking verleende aan zijn overdracht, omdat hij vreesde voor zijn situatie in Italië.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de feitelijke juistheid van de gronden voor de bewaring voldoende was onderbouwd en dat de beroepsgrond van eiser niet slaagde. Eiser had ook aangevoerd dat de rechtbank ambtshalve de rechtmatigheid van de bewaring moest toetsen, in het licht van een eerdere uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank concludeerde echter dat er geen onrechtmatigheid was vastgesteld die haar oordeel zou beïnvloeden. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 9 maart 2021.