Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 december 2021 in de zaak tussen
[eiser] , eiser, V-nummer [V-nummer]
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.Eiser is van 1 maart 1984 tot 1 maart 2015 als secretaris werkzaam geweest bij de Syrische Staatsveiligheidsdienst [1] . Van 1984 tot 2004 was hij werkzaam op de interne afdeling en van 2004 tot 2012 op de afdeling buitenland in [plaats buitenland 1] . Vanaf april 2012 werkte eiser op de vestiging in [plaats buitenland 2] ( [benaming] ). Als secretaris van de chef van zijn afdeling herschreef en corrigeerde eiser rapporten, afkomstig van agenten uit het veld, en stelde hij ook rapporten op aan de hand van verklaringen van agenten. Deze rapporten gingen over alle aspecten van de Syrische samenleving. Na goedkeuring en ondertekening door het afdelingshoofd werden de rapporten naar de hoofddirectie van de Staatsveiligheidsdienst in [plaats buitenland 3] gestuurd. Vanaf medio maart 2011 heeft eiser informatie over de demonstaties die plaatsvonden gerapporteerd aan het hoofd informatie van de Staatsveiligheidsdienst. In [plaats buitenland 2] heeft eiser verder dienstberichten, zoals arrestatiebevelen, doorgegeven tussen de hoofden van de afdelingen in [plaats buitenland 1] of [plaats buitenland 3] en de controlepost in [benaming] .
Artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag
Beslissing
.