Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[verzoeker],
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
12 februari 2021 om 11.00 uur zal worden overgedragen aan de Duitse autoriteiten op grond van de Dublinverordening.
Beslissing
Overwegingen
9 februari 2021 ontving, raakte zij op de hoogte van het besluit en is dit haar nogmaals toegezonden. Daarom is de beschikking pas op 10 februari 2021 ontvangen en het beroep en verzoek tijdig ingediend. De overdracht dient daarom volgens verzoeker geannuleerd te worden.
12 februari 2021 niet mogelijk. Dit betekent dat verzoeker aan Duitsland zal worden overgedragen, voor de mondelinge behandeling van het beroep en verzoek zal plaatsvinden. De rechtbank is van oordeel dat - ondanks dat het gaat om een beslissing naar aanleiding van een herhaalde aanvraag - verzoeker een kans moet krijgen om de beroepsprocedure te voeren. Hij voert immers nieuwe feiten en omstandigheden aan. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat het feit dat deze procedure nog niet is gevoerd, niet te wijten is aan omstandigheden die in zijn risicosfeer liggen. Onder die omstandigheden is de voorzieningenrechter van oordeel dat het belang van verzoeker om op dit moment niet overgedragen te worden aan Duitsland zwaarder weegt dan het belang van verweerder om hem per 12 februari 2021 aan Duitsland over te dragen.