Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
gevestigd te Den Haag, kantoorhoudende te Wassenaar,
gemachtigde: mr. R.M. Köhne,
gedaagde partij in de hoofdzaak,
gemachtigde: mr. E.P.W. Korevaar.
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 augustus 2021, met akte overlegging producties;;
- de incidentele conclusie houdende een verzoek tot aanhouding zijdens InBev;
- de conclusie van antwoord in het incident.
2.Het geschil en de beoordeling daarvan in het incident
NJ2012, 158) heeft de Hoge Raad het bestaan van het open stelsel van incidentele vorderingen, dat in de literatuur en lagere rechtspraak reeds in meerderheid werd aangenomen, evenwel onderschreven. In datzelfde arrest wordt een incidentele vordering tot aanhouding van de behandeling van de zaak totdat in andere, samenhangende procedure is beslist, zonder meer mogelijk geacht. Dat verweer van HGW treft dan ook geen doel.
– waarschijnlijk zelfs in de week dat dit vonnis wordt uitgesproken – verwacht, terwijl nog geen datum voor een mondelinge behandeling is bepaald die overigens naar verwachting niet voor februari 2022 zal plaatshebben.
3.Beslissing
dinsdag 11 januari 2022 te 11:00 uur