ECLI:NL:RBDHA:2021:15151
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Italië en interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 februari 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, vertegenwoordigd door mr. A.C.J. Letmaath, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M.A.M. Janssen, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië volgens de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 16 februari 2021 is eiser niet verschenen, maar de vertegenwoordiger van de verweerder was aanwezig. De rechtbank overweegt dat de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen kon worden, omdat Italië als verantwoordelijk land is aangewezen. Eiser heeft aangevoerd dat Italië niet voldoet aan de verplichtingen om asielzoekers opvang te bieden, en dat hij door de omstandigheden in Italië, waaronder de coronacrisis, in een onveilige situatie terecht kan komen.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat verweerder in zijn algemeenheid mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten opzichte van Italië. Eiser is er niet in geslaagd om aannemelijk te maken dat de situatie in Italië zodanig is dat dit beginsel niet meer kan worden toegepast. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rapporten die eiser heeft ingediend, niet voldoende bewijs leveren voor structurele gebreken in het Italiaanse asiel- en opvangsysteem. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.