Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 januari 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een asielzoeker. De eiser, vertegenwoordigd door mr. R.E. Temmen, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 13 januari 2021 de maatregel van bewaring had opgelegd op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser betwistte de rechtmatigheid van de maatregel, stellende dat deze op een verkeerde grondslag was gebaseerd, aangezien hij niet gehoord was in het kader van zijn eerste asielaanvraag. De rechtbank oordeelde echter dat de maatregel van bewaring terecht was opgelegd, omdat eiser op 13 januari 2021 een nieuwe asielaanvraag had ingediend en de staatssecretaris bevoegd was om hem in bewaring te stellen op basis van artikel 59b Vw. De rechtbank concludeerde dat de bewaringsgronden voldoende gemotiveerd waren en dat er geen lichter middel had hoeven worden toegepast. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op dezelfde dag.