ECLI:NL:RBDHA:2021:14508

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 december 2021
Publicatiedatum
27 december 2021
Zaaknummer
9206499 RL EXPL 21-7706
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van verstekvonnis en toewijzing van vordering in reconventie met verrekening op basis van onherroepelijk Poolse vonnis

In deze zaak heeft de kantonrechter te Den Haag op 15 december 2021 uitspraak gedaan in een verzetprocedure tegen een eerder verstekvonnis van 31 maart 2021. De eiseres in verzet, Cool Fruit Sp. z.o.o., had verzet aangetekend tegen het verstekvonnis waarbij zij was veroordeeld tot betaling aan BiCofresh B.V. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het verstekvonnis niet kon standhouden, omdat Cool zich kon beroepen op verrekening met een onherroepelijk vonnis van de Poolse rechtbank, waarin BiCo was veroordeeld tot betaling aan Cool. De kantonrechter heeft geoordeeld dat BiCo geen recht had op betaling van de facturen die aan Cool waren gestuurd, omdat deze niet overeenkwamen met de geleverde goederen, zoals vastgesteld in het Poolse vonnis. De oorspronkelijke vordering van BiCo is afgewezen en Cool is in reconventie een bedrag van € 4.710,46 toegewezen, vermeerderd met wettelijke handelsrente. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats ‘s-Gravenhage
HvB/c
Zaak-/rolnr.: 9206499 /RL EXPL 21-7706
15 december 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap naar Pools recht
Cool Fruit Sp. z.o.o.,gevestigd te Paezniew, Polen,
eiseres in verzet,
verweerster in conventie,
eiseres in reconventie,
gemachtigde thans: mr. I. Bakker,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BiCofresh B.V.,
gevestigd te De Lier,
gedaagde in verzet,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. Y. Habib.
Partijen worden aangeduid als “Cool” en “BiCo”.

1.Procedure

1.1.
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
  • het verstekvonnis van de kantonrechter de Den Haag uitgesproken op 31 maart 2021 tussen BiCo als eiseres en Cool als gedaagde;
  • de verzet dagvaarding van 30 april 2021, tevens houdende eis in reconventie;
  • de conclusie van antwoord in oppositie, antwoord in reconventie van 28 juli 2021;
  • de conclusie van repliek in oppositie, repliek in reconventie van 22 september 2021;
  • de akte uitlaten producties in conventie tevens conclusie van dupliek van de zijde van BiCo van 19 oktober 2021;
  • de in het geding gebrachte producties.
2.1.
Daarna is vonnis bepaald op heden.

2.Feiten in conventie en reconventie

2.1.
In deze kwestie heeft de kantonrechter in de rechtbank Den Haag Cool bij verstekvonnis uitgesproken op 31 maart 2021 en verzonden op 1 april 2021 veroordeeld tot -kort gezegd- betaling van de oorspronkelijke vordering.
2.2.
BiCo heeft drie facturen aan Cool verstuurd, te weten factuur 2015053 van 16 juli 2015 (hierna factuur I), factuur 20150538 van 16 juli 2015 (hierna factuur II) en factuur 2015039 van 16 juli 2015 (hierna factuur III).
2.3.
Partijen hebben een procedure gevoerd in Polen bij de Districtsrechtbank te Warschau, ten aanzien van een andere levering paprika’s. Die procedure is geëindigd met het vonnis van die rechtbank van 8 juni 2018. BiCo is bij dat vonnis (hierna ook: het Poolse vonnis) veroordeeld tot betaling van omgerekend € 19.282,42. Dat vonnis is inmiddels onherroepelijk.
In dat vonnis heeft de Poolse rechter, voor zover in dit geding van belang, het navolgende overwogen:
"(…) Met betrekking tot btw-factuur 20150538: verweerder heeft niet aangetoond dat de aan verzoeker geleverde paprika in overeenstemming was met de bestelling. Uit het in de zaak verzamelde bewijs blijkt dat de verzoeker een bestelling heeft geplaatst voor paprika's van klasse I (orderbevestiging in de e-mail van 15 juli 2015, blad 187). De verzoeker heeft verklaard dat het voorwerp van de bestelling telkens paprika's van de klasse I waren, maar toen er een probleem optrad bij het kopen van paprika’s, hij verschillende paprika's uit verschillende magazijnen kreeg; hij moest die goederen aanvaarden, want als hij deze verplichting niet zou nakomen, zou hij een boete van enkele duizenden zloty's moeten betalen. De vertegenwoordigster van de verweerder getuigde overeenstemmend- "De verzoeker bestelde goederen van de eerste klasse. Het is iets anders of ik die goederen kan leveren. Ik heb de verzoeker niet geïnformeerd dat ik geen goederen van de eerste klasse kan leveren. De goederen waren niet beschikbaar in onze hal en daarom moest de verzoeker ze op verschillende plaatsen ophalen... ''. Het gevolg was dat de verzoeker paprika's van klasse 1 en 2 kreeg. Tegen de eerste maakte hij geen bezwaar; de reclamatie betrof klasse 2. Hij wees op rot, mechanische beschadigingen en rimpeling en gaf daarbij duidelijk aan dat hij die moest weigeren (e-mailbericht van 19 juli 2015, blad 189). (...)"
Thans dient BiCo op grond van dit Poolse vonnis nog € 10.586,46 aan Cool te voldoen.
3. De (oorspronkelijke) vordering in conventie, de grondslag daarvan en het verweer
3.1.
BiCo vordert in conventie -kort samengevat- veroordeling van Cool bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan BiCo te betalen een bedrag van € 13.880,75 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en de rente overeenkomstig de overeengekomen algemene voorwaarden tot de dag van algehele voldoening, met veroordeling van Cool in de kosten van deze procedure, inclusief de buitengerechtelijke kosten overeenkomstig de algemene voorwaarden.
3.2.
BiCo legt aan deze vordering ten grondslag dat Cool de hiervoor onder 2.2 genoemde facturen ten onrechte onbetaald heeft gelaten.
3.3.
Cool heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
Ten aanzien van factuur I voert zij aan dat Cool zelf voor het transport heeft moeten zorgen en BiCo desondanks bij die factuur ook transportkosten heeft doorberekend.
Ten aanzien van factuur II voert Cool aan dat zij die niet hoeft te voldoen omdat BiCo niet de overeengekomen kwaliteit paprika’s heeft geleverd, zoals door de Poolse rechter in het hiervoor onder 2.3 weergegeven vonnis tussen partijen al onherroepelijk heeft vastgesteld.
Factuur III bevat volgens Cool retouremballage en pallets die door Cool nooit waren besteld, zodat zij die ook niet hoeft te betalen.
Verder beroept Cool zich op verrekening met hetgeen BiCo jegens haar nog verschuldigd is op grond van het onder 2.3 vermelde Poolse vonnis te weten, een bedrag van € 10.586,46.

4.De vordering in reconventie, de grondslag daarvan en het verweer

4.1.
Cool vordert in reconventie - zakelijk weergegeven:
primair: een verklaring voor recht dat de vordering van BiCo na correctie van de facturen voor verrekening in aanmerking komt op de voet van artikel 6:127 BW en ook is verrekend met de vordering van Cool bekend uit het Poolse vonnis;
subsidiair: om BiCo te veroordelen tot betaling van het openstaande bedrag na verrekening van € 10.586,46 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
meer subsidiair: een andere beslissing te nemen die de kantonrechter nodig acht,
in alle gevallen met veroordeling van BiCo in de kosten van het geding, inclusief de nakosten.
4.2.
Cool legt aan deze vordering ten grondslag dat BiCo op grond van het Poolse vonnis nog het genoemde bedrag aan Cool moet voldoen.
4.3.
BiCo heeft gemotiveerd verweer gevoerd, waarop hierna -voor zover van belang- zal worden ingegaan.

5.Beoordeling

In conventie en reconventie
5.1.
De kantonrechter te Den Haag is in deze zaak bevoegd te oordelen, reeds omdat het een verzet procedure betreft tegen een vonnis dat door de kantonrechter te Den Haag bij verstek is gewezen. Bij de verzet dagvaarding heeft Cool gevorderd om het verstekvonnis te vernietigen, de oorspronkelijke vordering vervolgens af te wijzen en zij heeft een vordering in reconventie ingesteld.
5.2.
Niet weersproken is dat op grond van de overeengekomen algemene voorwaarden in deze zaak Nederlands recht van toepassing is. Partijen beroepen zich in dit geding over en weer ook op Nederlands recht zodat er van mag worden uitgegaan dat zij ook voor de toepasselijkheid van het Nederlandse recht hebben gekozen.
5.3.
Het verzet is tijdig ingesteld, gelet op de datum van verzending van het verstekvonnis en de datum van betekening van de verzet dagvaarding. Partijen hebben zich daarover verder ook niet uitgelaten.
5.4.
Met betrekking tot factuur I heeft BiCo aangevoerd dat zij geen transportkosten in rekening heeft gebracht.
Onweersproken is gebleven dat op deze factuur is vermeld:
Een aantal van 600 rode paprika’s tegen een nettoprijs van € 3.390,00 en een aantal van 440 paprika’s tegen een nettoprijs van € 2.486,00.
Nergens op de die factuur valt enige verwijzing naar in rekening gebrachte transportkosten te ontwaren. Cool heeft ook niet toegelicht waarom er desondanks in de prijs transportkosten zouden zijn begrepen.
Dat brengt mee dat het verweer van Cool faalt en zij factuur I tot een bedrag van € 5.876,00 dient te voldoen.
5.5.
Ten aanzien van factuur II heeft Cool zich op goede gronden beroepen op de inhoud van het hiervoor onder 2.3 weergegeven vonnis. In het Poolse vonnis is onherroepelijk geoordeeld dat BiCo geen betaling kan verlangen van deze factuur omdat zij niet de overeengekomen goederen heeft geleverd.
De vordering van BiCo voor zover die is gegrond op factuur II moet dan ook reeds op die grond worden afgewezen.
5.6.
Ten aanzien van factuur III heeft BiCo op haar beurt gesteld dat levering van retouremballage en pallets wel is overeengekomen, hetgeen zou volgen uit productie 1 bij de verzet dagvaarding, een orderbevestiging van 16 juli 2021. Cool heeft daar tegen als verweer aangevoerd dat die productie 1 een uittreksel van Cool uit het Poolse Handelsregister behelst. Ook de kantonrechter heeft vastgesteld dat genoemde productie 1 een uittreksel uit het Poolse handelsregister betreft. Cool voert verder terecht aan dat het zonder nadere toelichting -die niet is gegeven- onbegrijpelijk is dat uit een orderbevestiging uit 2021 zou kunnen volgen dat een factuur uit 2015 betaald zou moeten worden.
Daarom wordt de vordering van BiCo, voor zover gegrond op factuur III afgewezen.
5.7.
Ten slotte moet worden geoordeeld dat het beroep op verrekening van Cool op grond van het Poolse vonnis slaagt. Het Poolse vonnis is onherroepelijk en kan met een beroep op verrekening in deze procedure worden geëxecuteerd. Het is immers in Polen op tegenspraak gewezen en samen met de verzet dagvaarding aan BiCo betekend.
Dat betekent dat Cool zich tot een bedrag van € 10.586,46 op verrekening kan beroepen.
5.8.
De conclusie van dit alles is dat het verstekvonnis geen stand kan houden en moet worden vernietigd, omdat als gevolg van het geslaagde beroep op verrekening en de afwijzing van de oorspronkelijk facturen II en III BiCo niets (meer) van Cool te vorderen heeft.
5.9.
Doordat het beroep op verrekening slaagt, het Poolse vonnis op tegenspraak is gewezen én aan BiCo is betekend kan in reconventie het restant van de vordering dat overblijft na de verrekening in conventie aan Cool worden toegewezen.
Dit komt neer op een bedrag van € 4.710,46 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente met ingang van de datum van de verzet dagvaarding, te weten 30 april 2021.
De gevorderde rente is immers niet weersproken.
5.10.
De overige stellingen en weren van partijen behoeven geen afzonderlijke bespreking meer.
5.11.
Partijen moeten zowel in conventie als in reconventie worden aangemerkt als op enig punt in het ongelijk te zijn gesteld, daarom worden zowel in conventie als in reconventie de proceskosten zodanig gecompenseerd dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6.Beslissing

De kantonrechter:
In het verzet:
- vernietigt het tussen partijen gewezen verstekvonnis van de kantonrechter te Den Haag dat is uitgesproken op 31 maart 2021;
In conventie:
- wijst de (oorspronkelijke) vordering af;
In reconventie:
- veroordeelt BiCo om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Cool te voldoen een bedrag van € 4.710,46 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente met ingang van de datum van de verzet dagvaarding, te weten 30 april 2021 tot de dag van algehele voldoening;
- verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd;
In conventie en reconventie:
- compenseert de proceskosten zodanig dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. L.C. Heuveling van Beek en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 december 2021.