Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 10 februari 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Marokkaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was op 20 november 2020 opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een zitting niet nodig was en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
Eiser stelde dat er geen zicht op uitzetting naar Marokko was, onder andere vanwege de coronamaatregelen die de reisbeperkingen beïnvloedden. Hij voerde aan dat er in de afgelopen vier jaar bijna 70 keer naar de Marokkaanse ambassade was gerappelleerd zonder resultaat. Verweerder, de Staatssecretaris, betwistte dit en stelde dat er voldoende voortvarend was gehandeld, met een lopende laissez-passeraanvraag en meerdere vertrekgesprekken met eiser.
De rechtbank overwoog dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan het zicht op uitzetting. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken en concludeerde dat de maatregel van bewaring rechtmatig was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende inspanningen had geleverd en dat de coronamaatregelen geen blijvende belemmering vormden voor de uitzetting.