Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
planning/roosteringvan keuringswerkzaamheden en dat die werkzaamheden slechts feitelijk van aard zijn. In deze zaak gaat het over een beslissing van de NVWA over de slachtsnelheid. Zoals hiervoor vermeld, bestaat hiervoor wel degelijk een publiekrechtelijk systeem. Beslissingen over de slachtsnelheid strekken verder dan beslissingen over werkzaamheden van feitelijke aard, want de snelheid van de slachtlijn wordt in de regelgeving direct gerelateerd aan voorschriften inzake voedselveiligheid en dierenwelzijn. Artikel 12 lid 4 van de Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 bepaalt dat de snelheid van de slachtlijn voldoende moet zijn om post-mortemkeuringen mogelijk te maken en beslissingen over de slachtsnelheid raken dus mogelijk de kwaliteit van de keuringswerkzaamheden. Dit alles brengt mee dat de zaak die bij het College voorlag niet vergelijkbaar is met deze zaak.