ECLI:NL:RBDHA:2021:14124

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 december 2021
Publicatiedatum
21 december 2021
Zaaknummer
NL20.21630
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag op basis van seksuele geaardheid en geloofwaardigheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 december 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Nigeriaanse eiser die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat de gestelde seksuele geaardheid van de eiser ongeloofwaardig werd geacht. Eiser, geboren in 1985, heeft aangevoerd dat hij homoseksueel is en problemen heeft ondervonden in Nigeria na betrapt te zijn met zijn partner. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de aanvraag op basis van de Werkinstructie 2019/17 heeft beoordeeld, waarbij het persoonlijke verhaal van de eiser een belangrijke rol speelt. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet ten onrechte de geloofwaardigheid van de seksuele geaardheid van de eiser in twijfel heeft getrokken. Eiser heeft summier verklaard over zijn relatie met zijn baas en zijn gevoelens, wat de staatssecretaris als onvoldoende heeft beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is voor uitstel van vertrek, omdat de medische klachten van eiser niet voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen vier weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: NL20.21630

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser, V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. J. Oosterhof),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. T. Pourjalili).

ProcesverloopBij besluit van 19 november 2020 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 27 oktober 2021 op zitting behandeld. Eiser en zijn gemachtigde zijn, met bericht van verhindering, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Aan de zijde van verweerder zijn eveneens verschenen mr. [A] en mr. [B] .

Overwegingen

Waar gaat deze zaak over?
1. Eiser is geboren op [geboortedag] 1985 en heeft de Nigeriaanse nationaliteit. Hij heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij homoseksueel is en hierdoor problemen heeft ondervonden in Nigeria nadat hij betrapt was met zijn partner. Daarnaast had hij problemen vanwege een auto die hij huurde waarvoor hij de kosten niet meer
kon betalen.
2. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Problemen vanwege het werk van eiser;
3. Eiser is homoseksueel;
4. Eiser is betrapt met zijn partner en mishandeld door de gemeenschap.
Verweerder acht het eerste en tweede relevante element geloofwaardig, maar gelooft het derde en vierde relevante element niet. Verder acht verweerder het grote risico dat eiser heeft genomen door thuis seks te hebben met Akeri ongeloofwaardig. Eiser heeft bevreemdend en summier over zijn homoseksuele geaardheid verklaard en geen inzicht gegeven in zijn gevoelens en gedachten. Daarnaast zijn de verklaringen over zijn ontsnapping na de mishandeling vaag en ongeloofwaardig en heeft hij wisselend verklaard over wanneer en door wie zijn been is gebroken.
Waarom is eiser het niet eens met het bestreden besluit?
3. Eiser voert aan dat hij wel voldoende inzicht in zijn gevoelens en gedachten over zijn geaardheid heeft gegeven. Hij is gegroeid in de relatie met zijn baas en heeft langzaam, met hem, alles ontdekt over zijn gevoelens en zijn geaardheid. Verweerder verwacht ten onrechte dat hij op de hoogte is van de houding van de Nigeriaanse bevolking ten aanzien van homoseksuelen. Eiser vindt verweerders stelling dat hij geen deugdelijke uitleg heeft gegeven aan de correcties en aanvullingen onbegrijpelijk, nu deze er zijn om de zorgvuldigheid te bewaken. Eiser was niet op de hoogte van de homofobe houding van de Nigeriaanse bevolking. Hij heeft zijn homoseksualiteit geaccepteerd zoals het hem is overkomen en hoefde dus niet na te denken over wat het betekent om anders te zijn dan de maatschappij verwacht. Daarbij gelooft eiser dat God hem accepteert zoals hij is. Verder hanteert verweerder een cirkelredenering ten aanzien van zijn geaardheid en de daaruit voortvloeiende problemen. Omdat verweerder zijn geaardheid niet gelooft, worden zijn problemen ook niet gevolgd. Verder heeft hij zijn been in Nigeria gebroken, maar is hij op dezelfde plek ook in Italië mishandeld. Eiser verwijst daarbij naar de overgelegde medische stukken. Voorts vormden de problemen met de eigenaar van de auto voor eiser ook aanleiding om Nigeria te verlaten. Tot slot vormen zijn medische klachten aanleiding om hem uitstel van vertrek te verlenen.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Seksuele geaardheid
4. De rechtbank stelt vast dat verweerder bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van een asielaanvraag in verband met homoseksualiteit de Werkinstructie 2019/17 hanteert. Daarbij speelt het persoonlijke verhaal een doorslaggevende rol, waaronder het proces van ontdekking van de geaardheid (bewustwording en zelfacceptatie) en de manier waarop de vreemdeling daarmee zegt te zijn omgegaan. Verweerder houdt bij de beoordeling van de geloofwaardigheid van het persoonlijke verhaal van de betreffende vreemdeling rekening met zijn referentiekader (in de vorm van opleidingsniveau, leeftijdsfase, cultuur en afkomst).
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder niet ten onrechte de gestelde seksuele geaardheid van eiser ongeloofwaardig heeft geacht. Daarbij heeft verweerder van belang mogen achten dat eiser summier over zijn relatie met zijn baas heeft verklaard. Op de vraag wat eiser voor zijn baas voelde, antwoordt hij dat hij gelukkig en niet gestrest was. Wanneer er wordt doorgevraagd over zijn gevoelens, verklaart hij dat het goed ging tussen hem en zijn baas. Deze verklaringen heeft verweerder summier mogen vinden. Dat eiser is gegroeid in zijn relatie met zijn baas en dat hij met hem alles heeft ontdekt, overtuigt niet nu eiser vooral over het seksuele aspect van de relatie met zijn baas verklaard. Hij heeft daarmee geen inzicht gegeven in zijn persoonlijke gevoelens bij de relatie met zijn baas.
5.1.
Voorts heeft verweerder het ongeloofwaardig mogen vinden dat eiser zich niet bewust is geweest dat homoseksualiteit niet geaccepteerd wordt in Nigeria. Daarbij heeft verweerder van belang mogen achten dat eiser in zes jaar twee relaties met mannen heeft gehad. Niet valt in te zien dat hij met zijn partners nooit heeft besproken dat homoseksualiteit in Nigeria niet geaccepteerd is. Daarnaast blijkt uit het Algemeen Ambtsbericht dat het homohuwelijk verboden is en dat er een homofobe houding heerst onder de Nigeriaanse bevolking. Dat eiser niet naar school is gegaan, analfabeet is en afhankelijk is van anderen voor informatie, betekent niet dat hij niet op de hoogte is van de homofobe houding onder de bevolking. Verweerder heeft in dat kader niet ten onrechte overwogen dat het in de lijn der verwachting ligt dat hij juist daarom bij anderen zou peilen hoe er over homoseksualiteit wordt gedacht. Daarnaast heeft verweerder geen waarde hoeven hechten aan de correctie dat eiser tijdens zijn relatie met Akeri erachter kwam dat homoseksualiteit niet geaccepteerd is. Nu de correctie tegenstrijdig is met zijn verklaringen tijdens het gehoor heeft verweerder daar, gelet op rechtspraak van de hoogste bestuursrechter [1] , een deugdelijke verklaring voor mogen verwachten. Die heeft eiser niet gegeven.
5.2.
Gelet op het voorgaande heeft verweerder de gestelde seksuele geaardheid van eiseres niet ten onrechte ongeloofwaardig geacht.
Problemen door de seksuele geaardheid
6. De rechtbank oordeelt verder dat verweerder eisers gestelde problemen naar aanleiding van de betrapping met Akeri niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft bevonden. Verweerder heeft het ongeloofwaardig mogen achten dat hij een risico heeft genomen door met Akeri seks te hebben op het bed van zijn moeder zonder de deur op slot te doen. Dat hij wist dat zijn moeder niet thuis zou komen en hij er niet aan heeft gedacht dat zijn zusje thuis zou kunnen komen, maakt dat niet anders. Homoseksualiteit wordt in het algemeen niet geaccepteerd in Nigeria en niet valt in te zien dat eiser daarvan niet op de hoogte was. Van eiser mag daarom verwacht worden dat hij voorzichtig handelde. Daarnaast heeft eiser wisselend verklaard over de mishandeling nadat hij was betrapt. Zo heeft hij in het aanmeldgehoor verklaard dat zijn been in Italië is gebroken en zijn tand is gebroken door mensen voor wie hij drugs moest verkopen. In het nader gehoor heeft hij echter verklaard dat zijn been en tand in Nigeria zijn gebroken. De enkele stelling dat hij in Italië op dezelfde plek op zijn been is mishandeld, is hiervoor geen aannemelijke verklaring. Uit de overgelegde medische stukken blijkt verder niet dat eisers medische klachten zijn veroorzaakt door de gestelde mishandeling.
6.1.
Verweerder heeft verder ook niet ten onrechte overwogen dat de ongeloofwaardig geachte homoseksuele geaardheid afbreuk doet aan eisers gestelde problemen. Dat verweerder een cirkelredenering zou hanteren, volgt de rechtbank niet. Verweerder heeft het relevante element immers ook op zichzelf beoordeeld en is daarbij niet ten onrechte tot de conclusie gekomen dat het ongeloofwaardig is.
Problemen vanwege eisers werk en de eigenaar van de auto
7. Verweerder heeft eisers problemen met de eigenaar van de auto die hij gehuurd had voor zijn werk geloofwaardig bevonden. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder op goede gronden geconcludeerd dat deze problemen niet leiden tot een reëel risico op ernstige schade. De rechtbank is met verweerder van oordeel dat het afbreuk aan eisers gestelde vrees dat hij pas eind 2014 Nigeria heeft verlaten terwijl de problemen zich begin 2014 voordeden. De enkele stelling dat zijn problemen met de eigenaar van de auto ook aanleiding vormden voor eiser om te vluchten, leidt niet tot een ander oordeel. Nu eiser nog lange tijd zonder problemen met de eigenaar van de auto in Nigeria heeft verbleven, valt niet in te zien dat hij bij terugkomst een reëel risico op ernstige schade zal lopen.
Uitstel van vertrek
8. Voorts oordeelt de rechtbank dat verweerder geen aanleiding heeft hoeven zien om eiser uitstel van vertrek te verlenen. Uit de door eiser overgelegde medische stukken blijkt niet dat hij op dit moment in Nederland onder behandeling staat. Dat eiser op korte termijn duidelijkheid zal verkrijgen over zijn medische traject, leidt niet tot een ander oordeel nu dit een onzekere toekomstige gebeurtenis is. Als eiser in de (nabije) toekomst wel onder behandeling staat in Nederland, is hij vrij om een nieuwe aanvraag voor uitstel van vertrek in te dienen.
Conclusie
9. Eiser komt niet in aanmerking voor toelating op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a of b, van de Vreemdelingenwet 2000.
10. Het beroep is ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D. Biever, rechter, in aanwezigheid van
mr.F.E.J. Valk, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 27 juli 2018,