ECLI:NL:RBDHA:2021:14019
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bepaling eigen bijdrage kosten COA-opvang en de status van dwangsom als immateriële schadevergoeding
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de eigen bijdrage die eiseres, het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), moet betalen voor de opvang van haar en haar dochter. Eiseres heeft een dwangsom van €19.600,- ontvangen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) voor het niet-tijdig beslissen in een verblijfsprocedure, maar heeft deze niet gemeld bij het COA. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eigen bijdrage van €4.673,33 correct is vastgesteld op basis van de Regeling eigen bijdrage asielzoekers met inkomen en vermogen (Reba). Eiseres betoogde dat de dwangsom als immateriële schadevergoeding moet worden aangemerkt, maar de rechtbank oordeelde dat de dwangsom geen vergoeding voor leed is, maar een prikkel voor het bestuursorgaan om tijdig te beslissen. De rechtbank concludeert dat de dwangsom als vermogen moet worden aangemerkt en dat eiseres geen recht heeft op vermindering van de eigen bijdrage op basis van niet-gemelde schulden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de vastgestelde eigen bijdrage.