ECLI:NL:RBDHA:2021:13837
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in civiele procedure
Op 13 december 2021 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. W.G. de Boer, de rechter in een civiele procedure. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 8 november 2021, naar aanleiding van een zitting op 27 september 2021. De verzoeker stelde dat de rechter vooringenomen was en dat hij het vertrouwen in de objectiviteit van de rechter had verloren. De wrakingskamer oordeelde dat de eerste twee gronden van het wrakingsverzoek te laat waren ingediend, aangezien verzoeker op 8 november 2021 al op de hoogte was van de mogelijkheid tot wraking. De derde grond betrof een procedurele beslissing van de rechter om de beschikkingsdatum uit te stellen en een extra zitting te gelasten. De wrakingskamer concludeerde dat deze beslissing niet onbegrijpelijk was en dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid of vooringenomenheid van de rechter. De wrakingskamer wees het verzoek tot wraking af en bepaalde dat de procedure in de hoofdzaak voortgezet kon worden.