Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiser 1] te [plaats 1] ,
[eiser 2]te [plaats 2] ,
1.[gedaagde 1] te [plaats 3] ,
[gedaagde 2]te [plaats 3] ,
[gedaagde 3]te [plaats 3] ,
[gedaagde 4]te [plaats 3] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 november 2019, met producties 1 tot en met 37;
- de rolbeslissing van 4 maart 2020;
- de akte namens eisers, met productie 38;
- de conclusie van antwoord;
- het B8-formulier namens eisers, met productie 39;
- het tussenvonnis van 28 april 2021, waarin partijen in verband met de COVID-19 maatregelen is verzocht zich uit te laten over de wijze van voortprocederen;
- de rolbeslissing van 12 mei 2021, waarbij de rechtbank heeft bepaald dat een fysieke behandeling van de zaak zal plaatsvinden;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 2 november 2021.
2.De feiten
Advies opname in Schildershoek of overdragen aan Middin na stabilisering.”
Toch geeft zus aan dat cognitie daarna (sinds een jaar of 5-6) ook nog verder achteruit is gegaan.” En: “
Hij wordt als dementie NAO gediagnosticeerd omdat hij op dat niveau functioneert. Patient heeft hierdoor veel zorg nodig. Aangezien hij bij zijn moeder inwoont en verder alle zorg van de zus en neefjes ontvangt is er geen opname noodzakelijk op dit moment. De familie wil patient zo lang als mogelijk thuis houden en de zorg zoveel als mogelijk zelf blijven bieden.”
afsluiting klinische behandeling”, schrijft de klinisch geriater van Parnassia aan de huisarts van erflater onder meer het volgende:
Patiënt zal naar een psychogeriatrische unit worden overgeplaatst, van verpleeghuis De Schildershoek. Aangezien de dementie vergevorderd is bij patiënt heeft hij een gestructureerde omgeving nodig. Wij hebben de familie verzocht om zelf een aanvraag in te dienen bij het kantongerecht voor mentorschap en bewindvoering.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Rond de tijd dat mijn moeder overleed hoorde ik dat mijn broer geld zou terugkrijgen van de Belastingdienst. Toen ik aan mijn zus vroeg waar dat geld dan was, zei ze tegen mij dat zij daar niets van wist en dat haar zoon [gedaagde 4] de administratie van mijn broer deed.”