Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 september 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 16 juni 2021, waarin een mondelinge behandeling is bevolen;
- de ambtshalve beschikking van 16 juni 2021 waarin een datum voor een mondelinge behandeling is bepaald;
- het proces-verbaal van de via Skype gehouden mondelinge behandeling van 8 september 2021, en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- de medewerkster wiens inlogaccount is gebruikt ([X]) was niet meer op kantoor ten tijde van de wijzigingen (hetgeen kan worden afgeleid uit haar klokregistraties en OV-reisgegevens);
- iedereen op het kantoor van de SVB kon de inloggegevens van deze medewerkster ([X]) bemachtigen, omdat deze niet goed waren opgeborgen (zoals zij heeft verklaard toen zij als verdachte werd gehoord);
- de bankrekeningnummers van de rechthebbende budgethouders zijn gewijzigd in het bankrekeningnummer van de vader van [gedaagde];
- [gedaagde] werkte bij de SVB ten tijde van het gestelde onrechtmatige handelen;
- [gedaagde] was tijdens de wijzigingen aanwezig op kantoor (hetgeen volgt uit zijn klokregistraties en OV-reisgegevens);
- [gedaagde] is door verschillende personen herkend op de (video)beelden van de geldopnames;
- op de momenten waarop gepind werd bij een van de twee geldautomaten, heeft een nabijgelegen zendmast een signaal van de gsm van [gedaagde] opgepikt;
- [gedaagde] kon de beschikking hebben over het bankpasje van zijn vader, want hij had toegang tot het adres van zijn vader waarnaartoe ABN Amro de nieuwe bankpas heeft gestuurd. [gedaagde] beschikte ook al jaren over een sleutel van dat adres en heeft daar enige tijd gewoond (zoals volgens de SVB volgt uit de verklaring die de neef als getuige heeft afgelegd);
- [gedaagde] was bekend met het bankrekeningnummer van zijn vader (gelet op zijn verklaring dat hij eerder de beschikking heeft gehad over het oude bankpasje);
- bij de huiszoeking bij [gedaagde] is (soortgelijke) kleding als zichtbaar op de videobeelden gevonden;
- [gedaagde] heeft financiële problemen.
- na twee jaar onderzoek heeft het Openbaar Ministerie besloten de strafzaak tegen hem te seponeren wegens onvoldoende bewijs;
- enkel op basis van de verklaring van [X] zelf en haar kloktijden kan niet worden vastgesteld of zij op kantoor was ten tijde van de wijzigingen;
- de inchecktijden van de toegangspas hebben geen enkele betekenis, omdat het in de praktijk mogelijk is dat medewerkers het gebouw betreden of verlaten door met een collega mee te lopen en omdat niet uit te sluiten is dat een ander dan de houder gebruik maakt van de persoonlijk toegewezen toegangspas;
- dat [gedaagde] kloktijden corresponderen met zijn OV-reisgegevens, maakt het voorgaande niet anders;
- [gedaagde] is nooit alleen geweest op kantoor, ook niet in de avonden;
- de inloggegevens van [X] zijn niet voor een ieder toegankelijk geweest (dit blijkt volgens [gedaagde] uit de verklaring van [X] dat alleen zij een sleutel had van haar kastje en dat zij haar wachtwoord onthield en niet opschreef);
- [gedaagde] heeft nooit aan de [adres] in [plaats 2] gewoond, althans “niet in de periode zoals in geding”. Ook heeft [gedaagde] geen sleutel van de woning;
- [gedaagde] heeft de bankpas van zijn vader tot en met 2014/2015 in zijn bezit gehad. Nadat de geldigheid daarvan was verlopen in 2015, heeft hij er niets meer mee gedaan;
- degenen die [gedaagde] hebben herkend op de videobeelden van de pinopnames, waren zijn medeverdachten in de strafzaak. Het is heel goed mogelijk dat zij deze verklaring uit eigen belang hebben afgelegd.
2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114,00)