ECLI:NL:RBDHA:2021:13569

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 december 2021
Publicatiedatum
9 december 2021
Zaaknummer
09/852280-18
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bedreiging met terroristisch misdrijf en belaging via online platformen

Op 9 december 2021 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging van verschillende politici en een restauranteigenaar via YouTube. De verdachte, geboren in 1993, heeft in meerdere gevallen bedreigende teksten geplaatst onder filmpjes, waarin hij onder andere dreigde mensen omver te rijden en te schieten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte lijdt aan een ziekelijke stoornis van de geestvermogens, wat heeft geleid tot een verminderde toerekenbaarheid. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, waarvan 80 uren voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht en een behandelverplichting. De uitspraak houdt rekening met de overschrijding van de redelijke termijn en de ernst van de feiten, waarbij de verdachte ook een rol heeft gespeeld in het creëren van gevoelens van onveiligheid in de maatschappij. De rechtbank heeft de verdachte ook vrijgesproken van enkele specifieke uitlatingen die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/852280-18, 09/852113-18 en 09/852114-18 (ttz.gev.)
Datum uitspraak: 9 december 2021
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de ter terechtzitting gevoegde zaken van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ,
[adres 1]

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting van 25 november 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. S. Sleeswijk Visser en van hetgeen door de raadsman mr. Y. Özdemir naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
t.a.v. dagvaarding met parketnummer 09/85211318 (hierna te noemen dagvaarding I):
1.
hij in of omstreeks de periode 26 mei tot en met 4 juni 2017 te ’s-Gravenhage en/of Wassenaar, althans elders in Nederland meermalen [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 1] via een reactie bij een Youtube filmpje, dreigend de woorden toe te voegen "IK GA DIE 2 AFKNALLEN BIJ HET BINNENHOF VOLGENDE WEEK HOREN JULLIE DAT DE HEREN JULLIE GAAN ERAAN IK WWACHT JULLIE OP EN SCHIET JULLIE KANKERHARD DOOR JE HARSES STELLETJE KANKERHONDEN"" en/of "WAT EEN VUILE VIEZE KANKERNICHT DIE [slachtoffer 1] MET ZIJN OGEROVERHEMDEN EN ZIJN KANKERMANIERTJES IK GA HEM DE VOLGENDE KEER ALS IK HEM ZIE 61 KEER IN ZIJN BAST STEKEN MET IETS SCHERPS KANKERFLIKKERTJE" en/of "BINNENKORT HELEMAAL NIETS MEER WANT DAN HEB IK HEM TOCH AL VERMOORD IK MAAK HEM ECHT DOOR SNEL 100 PROCENT [slachtoffer 1] JE BENT DEAD MEAT VOLGENDE WEEK KANKERKEREL", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij in of omstreeks de periode 16 mei 2017 tot en met 4 juni 2017 te 's-Gravenhage en/of Wassenaar, althans elders in Nederland, meermalen [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] , via een reactie bij een Youtube filmpje, dreigend de woorden toe te voegen: "IK GA DIE 2 AFKNALLEN BIJ HET BINNENHOF VOLGENDE WEEK HOREN JULLIE DAT DE HEREN JULLIE GAAN ERAAN IK WWACHT JULLIE OP EN SCHIET JULLIE KANKERHARD DOOR JE HARSES STELLETJE KANKERHONDEN" en/of "IK GA [slachtoffer 2] IN MAASTRICHT DOOD RIJDEN, DOOR HEM HEB IK EEN GEVANGENIS STRAF GEKREGEN. IK GA HEM TERUG PAKKEN DOOR HEM KANKERDOOD TE RIJDEN", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
3.
hij in of omstreeks de periode van 19 mei 2017 tot en met 26 mei 2017 te 's-Gravenhage en/of Wassenaar, athans elders in Nederland meermalen [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 3] via een reactie bij een Youtube filmpje, dreigend de woorden toe te voegen: "IK GA BIJ HET VOLGENDE PARTIJ CONGRES VAN GROENLINKS [slachtoffer 3] ONTKELEN MET EEN VLIJMSCHERPMES DAT ZAL HEM LEREN NIEMAND PAKT MIJN FLESJE WATER AF!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!" en/of " [slachtoffer 3] HEEFT AIDS IN ZIJN POEPGAATJE!!!!!!!!!!!!!!!! IK GA DIE GAST KANKERHARD IN ELKAAR ROSSEN, HIJ LOOPT DAAR TOCH VRIJ ROND ZONDER BEVEILIGING MAANDAG SLA IK JE IN COMA [slachtoffer 3] ", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4.
hij op of omstreeks 24 mei 2017 te 's-Gravenhage en/of Wassenaar, althans elders in Nederland, [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 4] via een reactie bij een Youtube filmpje, dreigend de woorden toe te voegen "Bijdehand kankerflikkerjte van d66Ik zie hem iedere week bij haagscentraal Volgende keer als ik hem zie steek ik iets scherps in zijn buik", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
5.
hij op of omstreeks 24 mei 2017 te 's-Gravenhage en/of Wassenaar, althans elders in Nederland, [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 5] via een reactie bij een Youtube filmpje, dreigend de woorden toe te voegen " [slachtoffer 5] DOOD MAKEN AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
t.a.v. de dagvaarding met parketnummer 09/852114-18 (hierna te noemen dagvaarding II):
hij in of omstreeks de periode van 1 november 2017 tot en met 4 januari 2018 te 'sGravenhage en/of Wassenaar, althans elders in Nederland, meermalen [slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 6] via de [website 1] , dreigend de woorden toe te voegen "kanker [slachtoffer 6] vieze kankerhond sterf aan kanker en aids, ik kom je nog wel eens opzoeken" en/of"kankerwebsite ik ga jullie slopen" en/of "ik kom je halen jongen jou tijd gaat komen. KO" en/of "ik steek je huis in brand" en/of "ik sloop jullie allemaal kankerhonden" en/of "KANKER [slachtoffer 6] IK KOM JE NOG WEL EENS OPZOEKEN, IK STEEK JE HUIS IN BRAND EN VERKRACHT JE HOND VIEZE KANKERAAP!!!!!", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
t.a.v. de dagvaarding met parketnummer 09/85228018 (hierna te noemen dagvaarding III):
1.
hij op of omstreeks 17 december 2018 te Wassenaar, althans in Nederland personen, te weten de bezoekers van het filmpje ' [naam filmpje] ' op YouTube heeft bedreigd met
- een terroristisch misdrijf en/of
- enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen ontstaat, en/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of
- zware mishandeling,
door onder voornoemd filmpje een reactie te plaatsen met (meermalen) de tekst: "Ik ga met kerstmis op de kerstmarkt mensen omver rijden in de naam van Allah. Daarna stap ik uit en steek en schiet ik alle blanke kanker Nederlanders neer Allah Akbar";
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 december 2018 te Wassenaar, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om personen, te weten de bezoekers van het filmpje ' [naam filmpje] ' op YouTube te bedreigen met
- een terroristisch misdrijf en/of- enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen ontstaat, en/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of
- zware mishandeling
door onder voornoemd filmpje een reactie te plaatsen met (meermalen) de tekst: "Ik ga met kerstmis op de kerstmarkt mensen omver rijden in de naam van Allah. Daarna stap ik uit en steek en schiet ik alle blanke kanker Nederlanders neer Allah Akbar", terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van 01 augustus 2018 tot en met 01 december 2019 te Wassenaar, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 7] en/of personeel van het bedrijf (een chinees restaurant) van voornoemde [slachtoffer 7] , door die [slachtoffer 7] en/of zijn personeel (veelvuldig) anoniem te bellen en uit te schelden met woorden zoals "kankerchinees, kut homo, lesbi loempia" althans soortgelijke woorden en/of (veelvuldig) onder andere namen dan verdachte's zijn eigen naam (ongefundeerde) negatieve revieuws te plaatsen op internet over het voornoemde bedrijf met woorden zoals "Dit eten was ronduit smerig" en/of "Bedorven voedsel wat zij hier verkopen, wees op uw hoede mensen" althans soortgelijke woorden, met het oogmerk die [slachtoffer 7] en/of zijn personeel, te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van alle (primair) ten laste gelegde feiten.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft namens de verdachte vrijspraak bepleit van het bij dagvaarding III onder 1 primair ten laste gelegde feit. Ten aanzien van de bij dagvaarding I, dagvaarding II en dagvaarding III onder 1 subsidiair en onder 2 ten laste gelegde feiten heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Op de specifieke (bewijs)verweren van de verdediging zal hierna – voor zover relevant – nader worden ingegaan.
3.3.
Dagvaarding III, feit 1 primair
3.3.1
Gebruikte bewijsmiddelen
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL15002018339089, van de politie eenheid Den Haag, districtsrecherche Zoetermeer – Leidschendam-Voorburg, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 54).
1. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 december 2018, voor zover inhoudende (p. 48):
Op dinsdag 18 december 2018 omstreeks 00:30 uur werden de volgende privé berichten ontvangen op het twitter account @politie van de Nederlandse politie:
[gebruikersnaam 1] 18-12-2018 00:30:
Zie: [website 2]
[gebruikersnaam 1] 18-12-2018 00:31:
[website 3] (Onderstaande afbeelding werd verzonden)
(waarna een screenshot volgt van een bericht waarin o.a. de volgende tekst staat:)
"IK GA MET KERSTMIS OP DE KERSTMARKT MENSEN OMVER RIJDEN IN DE NAAM VAN ALLAH. DAARNA STAP IK UIT EN STEEK EN SCHIET IK ALLE BLANKE KANKER NEDERLANDERS NEER. ALLAH AKBAR.
AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA" .
[gebruikersnaam 1] 18-12-2018 09:29:
De comment is inmiddels verwijderd. Hij was geplaatst onder het filmpje ‘ [naam filmpje] ’ op YouTube.
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 19 december 2018, voor zover inhoudende (p. 45-47):
Op dinsdag 18 december 2018 omstreeks 13:00 uur ontving ik, [verbalisant] , in de centrale mailbox van team CTER van de Landelijke Eenheid een melding van een op YouTube geplaatste reactie waar een terroristische dreiging van uitging. Ik zag dat op deze screenshot te zien was dat een gebruiker met de accountnaam " [gebruikersnaam 2] " de volgende reactie had geplaatst:
"Ik ga met kerstmis op de kerstmarkt mensen omver rijden in de naam van Allah daarna stap ik uit en steek en schiet ik alle blanke kanker Nederlanders neer Allah Akbar."
Op dinsdag 18 december 2018 ontving ik, verbalisant, de gegevens van het account " [gebruikersnaam 2] ".
Ik zag dat er alleen op het account was ingelogd vanaf het [IP-adres] . Ik heb de tenaamstelling gegevens van dit IP adres, middels een vordering 126NA, opgevraagd bij het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie. Hieruit bleken de volgende gegevens:
[verdachte]
[adres 2]
3. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt op 19 december 2018, voor zover inhoudende (p. 34-38):
Het is dat ik op zo'n account ineens 20 reacties heb. Ik pak dingen op uit het nieuws en plaats die in een andere context. Ik plaats teksten om aandacht te zoeken. Bijvoorbeeld zo’n aanslag. Ik had het niet moeten doen. Dat verhaal van de kerstmarkt, zeg maar. Dat zijn de ergste dingen. Mijn 3e account heette [gebruikersnaam 2] . Op dit account heb ik die hele nare reactie geplaatst van de kerstmarkt.
Het is een Chromebook. Ik had hem speciaal gekocht om ermee te klieren.
4. Het proces-verbaal van verhoor van de verdachte, opgemaakt op 20 december 2018, voor zover inhoudende (p. 41):
Op [Youtube-kanaal] , dat is een YouTube-kanaal, daar heb ik dat bericht gezet (Ik ga met kerstmis mensen overrijden in de naam van Allah) onder hun reactie op filmpjes gezet omdat je dan het meeste kans hebt dat mensen daarop reageren.
3.3.2
Bewijsoverwegingen
Uit de bewijsmiddelen volgt dat de verdachte op 17 december 2018 de ten laste gelegde uitlating onder een filmpje op een openbaar YouTube-kanaal heeft gezet. Volgens de verdediging heeft de verdachte hiermee echter niet de bedoeling gehad om vrees aan te jagen, zodat het opzet op bedreiging met een terroristisch misdrijf ontbreekt. De rechtbank overweegt als volgt.
In artikel 285, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is bedreiging met een terroristisch misdrijf strafbaar gesteld. Uit de bewoordingen van dat artikel en de wetsgeschiedenis volgt dat voor een veroordeling op grond van die bepaling toereikend is dat wordt gedreigd met een terroristisch misdrijf, dus een misdrijf als bedoeld in artikel 83 Sr. Niet is vereist dat de bedreiging zelf met een terroristisch oogmerk plaatsvindt. Wel is vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat (i) het misdrijf waarmee wordt gedreigd een terroristisch misdrijf betreft en (ii) dit misdrijf ook zou worden uitgevoerd. Dit betekent i.c. dat vereist is dat bij de bedreigde(n) in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat het misdrijf dat zou worden uitgevoerd erop was gericht (a) de bevolking of een deel van de bevolking van een land ernstige vrees aan te jagen, dan wel (b) een overheid of internationale organisatie wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel (c) de fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren van een land of een internationale organisatie ernstig te ontwrichten of vernietigen. Daarnaast is vereist dat het (ten minste voorwaardelijk) opzet erop is gericht deze vrees te laten ontstaan (zie HR 10 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1890).
De rechtbank is van oordeel dat de uitlatingen van de verdachte een bedreiging met een terroristisch misdrijf opleveren. De verdachte heeft gedreigd mensen op een kerstmarkt omver te rijden en ‘blanke Nederlanders’ neer te schieten. Die woorden zijn niet anders te verstaan dan als een dreiging met een terroristische aanslag en wijzen dan ook ondubbelzinnig op een terroristisch misdrijf. Deze dreigende tekst is door de verdachte geplaatst als reactie onder een filmpje op een openbaar YouTube-kanaal. Zijn bericht had hierdoor een potentieel groot bereik. Verder stelt de rechtbank als een feit van algemene bekendheid vast dat terroristische aanslagen op kerstmarkten met enige regelmaat voor zijn gekomen en een aanslag op de kerstmarkt in Straatsburg plaatsvond een week voor het bericht. Gelet op deze omstandigheden kon bij de bezoekers van het YouTube-kanaal die het bericht van de verdachte lazen in redelijkheid de vrees ontstaan dat werd gedreigd met een aanslag die erop was gericht de Nederlandse bevolking ernstige vrees aan te jagen en dat die aanslag ook zou worden uitgevoerd. Dat die vrees ook is ontstaan vindt bevestiging in het feit dat de politie vrij kort na het plaatsen van het bericht al een melding ontving.
Uit de bewijsmiddelen volgt niet dat de verdachte de bedoeling – of te wel vol opzet - heeft gehad om de hier bedoelde vrees te laten ontstaan. Wel is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van voorwaardelijk opzet. De verdachte heeft bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat bij de bedreigde(n) de redelijke vrees zou ontstaan dat werd gedreigd met een terroristisch misdrijf en dat dit misdrijf ook zou worden uitgevoerd door de bedreigende tekst onder een filmpje op een openbaar YouTube-kanaal te plaatsen, terwijl de week ervoor nog een aanslag had plaatsgevonden op een kerstmarkt.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging met een terroristisch misdrijf.
3.4
De overige ten laste gelegde feiten
De rechtbank zal voor deze feiten met een opgave van bewijsmiddelen, als genoemd in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering volstaan. De verdachte heeft de feiten namelijk bekend en daarna niet anders verklaard. Daarnaast heeft de raadsman geen vrijspraak bepleit.
De rechtbank bezigt de volgende bewijsmiddelen:
Ten aanzien van dagvaarding I
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL15002017157806, van de politie eenheid Den Haag, Dienst Regionale Recherche, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 157).
Ten aanzien van alle feiten:
1. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt op 13 juni 2017 (p. 99115);
2. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 9 juni 2017 (p. 32-34).
t.a.v. feit 1 verder:
3. Het proces-verbaal van aangifte, opgemaakt op 9 juni 2017 (p. 24-26);
t.a.v. feit 2 verder:
4. Het proces-verbaal van aangifte, opgemaakt op 9 juni 2017 (p. 134-136);
t.a.v. feit 3 verder:
5. Het proces-verbaal van aangifte, opgemaakt op 21 juni 2017 (p. 143-145);
t.a.v. feit 4 verder:
6. Het proces-verbaal van aangifte, opgemaakt op 21 juni 2017 (p. 148-150);
t.a.v. feit 5 verder:
7. Het proces-verbaal van aangifte, opgemaakt op 21 juni 2017 (p. 153-155);
Ten aanzien van dagvaarding II
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL15002018003652, van de politie eenheid Den Haag, district Den HaagWest, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 49).
1. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt op 25 maart 2018 (p. 1320);
2. Het proces-verbaal van aangifte, opgemaakt op 4 januari 2018 (p. 5 en 6);
3. Een geschrift, te weten een schermafdruk (p. 23);
4. Een geschrift, te weten een schermafdruk (p. 27);
5. En geschrift, te weten een schermafdruk (p. 29).
De rechtbank zal de verdachte partieel vrijspreken van de ten laste gelegde woorden “ik kom je halen jongen jou tijd gaat komen. KO” en “ik steek je huis in brand” en “KANKER [slachtoffer 6] Ik KOM JE NOG WEL EENS OPZOEKEN. IK STEEK JE HUIS IN BRAND EN VERKRACHT JE HOND VIEZE KANKERAAP!!!!!”, nu uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting geen bewijs kan worden gehaald dat deze uitlatingen - direct of indirect - tegen de aangever zijn gericht.
Ten aanzien van dagvaarding III, feit 2
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL15002019283466, van de politie eenheid Den Haag, district Zoetermeer – Leidschendam/Voorburg, met bijlagen (doorgenummerd pagina 1 t/m 45).
1. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, opgemaakt op 6 december 2019 (p. 36-41);
2. Het proces-verbaal van aangifte, opgemaakt op 20 november 2019 (p. 5 en 6);
3. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 1 december 2019 (p. 21).
De rechtbank zal de verdachte partieel vrijspreken van de specifiek ten laste gelegde woorden “Dit eten was ronduit smering” en “Bedorven voedsel wat zij hier verkopen, wees op uw hoede mensen”. Het dossier en het onderzoek ter terechtzitting geven namelijk geen enkel aanknopingspunt (laat staan bewijs) voor de conclusie dat de verdachte deze specifieke bewoordingen heeft geuit.
3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
t.a.v. dagvaarding I:
1.
hij in de periode 26 mei tot en met 4 juni 2017 te Wassenaar, althans elders in Nederland
,meermalen [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 1] via een reactie bij een
YouTubefilmpje, dreigend de woorden toe te voegen "IK GA DIE 2 AFKNALLEN BIJ HET BINNENHOF VOLGENDE WEEK HOREN JULLIE DAT DE HEREN JULLIE GAAN ERAAN IK WWACHT JULLIE OP EN SCHIET JULLIE KANKERHARD DOOR JE HARSES STELLETJE KANKERHONDEN"" en "WAT EEN VUILE VIEZE KANKERNICHT DIE [slachtoffer 1] MET ZIJN OGEROVERHEMDEN EN ZIJN KANKERMANIERTJES IK GA HEM DE VOLGENDE KEER ALS IK HEM ZIE 61 KEER IN ZIJN BAST STEKEN MET IETS SCHERPS KANKERFLIKKERTJE" en "BINNENKORT HELEMAAL NIETS MEER WANT DAN HEB IK HEM TOCH AL VERMOORD IK MAAK HEM ECHT DOOR SNEL 100 PROCENT [slachtoffer 1] JE BENT DEAD MEAT VOLGENDE WEEK KANKERKEREL", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij in de periode 16 mei 2017 tot en met 4 juni 2017 te Wassenaar, althans elders in Nederland, meermalen [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 2] , via een reactie bij een
YouTubefilmpje, dreigend de woorden toe te voegen: "IK GA DIE 2 AFKNALLEN BIJ HET BINNENHOF VOLGENDE WEEK HOREN JULLIE DAT DE HEREN JULLIE GAAN ERAAN IK WWACHT JULLIE OP EN SCHIET JULLIE KANKERHARD DOOR JE HARSES STELLETJE KANKERHONDEN" en "IK GA [slachtoffer 2] IN MAASTRICHT DOOD RIJDEN, DOOR HEM HEB IK EEN GEVANGENIS STRAF GEKREGEN. IK GA HEM TERUG PAKKEN DOOR HEM KANKERDOOD TE RIJDEN", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
3.
hij in de periode van 19 mei 2017 tot en met 26 mei 2017 te Wassenaar, a
lthans elders in Nederland
,meermalen [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door die [slachtoffer 3] via een reactie bij een
YouTubefilmpje, dreigend de woorden toe te voegen: "IK GA BIJ HET VOLGENDE PARTIJ CONGRES VAN GROENLINKS [slachtoffer 3] ONTKELEN MET EEN VLIJMSCHERPMES DAT ZAL HEM LEREN NIEMAND PAKT MIJN FLESJE WATER AF!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!" en " [slachtoffer 3] HEEFT AIDS IN ZIJN POEPGAATJE!!!!!!!!!!!!!!!! IK GA DIE GAST KANKERHARD IN ELKAAR ROSSEN, HIJ LOOPT DAAR TOCH VRIJ ROND ZONDER BEVEILIGING MAANDAG SLA IK JE IN COMA [slachtoffer 3] ", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
4.
hij op 24 mei 2017 te Wassenaar, althans elders in Nederland, [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 4] via een reactie bij een
YouTubefilmpje, dreigend de woorden toe te voegen "Bijdehand kankerflikkerjte van d66Ik zie hem iedere week bij haagscentraal Volgende keer als ik hem zie steek ik iets scherps in zijn buik", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
5.
hij op 24 mei 2017 te Wassenaar, althans elders in Nederland, [slachtoffer 5] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 5] via een reactie bij een
YouTubefilmpje, dreigend de woorden toe te voegen " [slachtoffer 5] DOOD MAKEN AAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
t.a.v. dagvaarding II:
hij in de periode van 1 november 2017 tot en met 4 januari 2018 te Wassenaar, althans elders in Nederland, meermalen [slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 6] via de [website 1] dreigend de woorden toe te voegen "kanker [slachtoffer 6] vieze kankerhond sterf aan kanker en aids, ik kom je nog wel eens opzoeken" en/of "kankerwebsite ik ga jullie slopen" en "ik sloop jullie allemaal kankerhonden", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
t.a.v. dagvaarding III:
1.
hij op 17 december 2018 te Wassenaar, althans in Nederland
,personen, te weten de bezoekers van het filmpje ' [naam filmpje] ' op
YouTubeheeft bedreigd met een terroristisch misdrijf door onder voornoemd filmpje een reactie te plaatsen met (meermalen) de tekst: "Ik ga met kerstmis op de kerstmarkt mensen omver rijden in de naam van Allah. Daarna stap ik uit en steek en schiet ik alle blanke kanker Nederlanders neer Allah Akbar";
2.
hij in de periode van 01 augustus 2018 tot en met 01 december 2019 te Wassenaar, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 7] en personeel van het bedrijf (een chinees restaurant) van voornoemde [slachtoffer 7] , door die [slachtoffer 7] en zijn personeel veelvuldig anoniem te bellen en uit te schelden met woorden zoals "kankerchinees, kut homo, lesbi loempia" althans soortgelijke woorden en veelvuldig onder andere namen dan verdachte's eigen naam negatieve
reviewste plaatsen op internet over het voornoemde bedrijf, met het oogmerk die [slachtoffer 7] en zijn personeel, te dwingen iets te dulden.
Voor zover in de tenlasteleggingen type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De strafoplegging

6.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, waarvan 80 uren voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd hieraan de door Reclassering Nederland in haar rapport van 28 augustus 2020 en aangevuld ter terechtzitting geadviseerde bijzondere voorwaarden te verbinden, te weten een meldplicht, ambulante behandeling door de Boba Groep en een telefoon- en internetverbod voor zo lang als de reclassering dat nodig acht. De officier van justitie heeft tevens de dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden en het toezicht gevorderd.
6.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van de strafmaat en de strafmodaliteit geen verweer gevoerd.
6.3.
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek op de terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich om te beginnen schuldig gemaakt aan bedreiging met een terroristisch misdrijf. Hij heeft in een reactie bij een filmpje op YouTube gedreigd verschrikkelijke aanslagen te plegen op mensen. Het dreigen met een terroristisch misdrijf is ernstig en angstaanjagend. Verdachte heeft daarmee bijgedragen aan in de maatschappij levende gevoelens van onrust en onveiligheid. Met het plaatsen van commentaren onder diverse video’s op YouTube heeft de verdachte voorts een vijftal politici bedreigd met de dood en met zware mishandeling. Dit zijn ernstige bedreigingen, gedaan via een openbaar kanaal. De desbetreffende politici, die daarvan kennis hebben genomen, hebben laten weten zich ook daadwerkelijk ernstig bedreigd gevoeld te hebben. Voorts heeft de verdachte de hoofdredacteur en presentator van een (online) gameprogramma meermaals in niet mis te verstane bewoordingen online bedreigd. Dit soort uitlatingen veroorzaken gevoelens van angst en onveiligheid. De verdachte heeft zich verder schuldig gemaakt aan het meer dan een jaar lang belagen van de eigenaar en het personeel van een Chinees restaurant door dit restaurant honderden malen te bellen en hen vervolgens uit te schelden en door op de website van het restaurant meer dan honderd negatieve reviews te plaatsen, met alle vervelende gevolgen van dien.
Op het plegen van deze veelheid aan strafbare feiten geldt – als uitgangspunt – dat oplegging van een gevangenisstraf aan de orde is. In dit geval ziet de rechtbank echter met name in de persoon van de verdachte aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken.
Persoon van de verdachte
GZpsycholoog drs. M.H. Keppel (NIFP) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 28 maart 2019. Dit rapport houdt, voor zover hier van belang, het volgende in.
Bij de verdachte is sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een autismespectrumstoornis en een posttraumatische stress stoornis. Ten gevolge van de autismespectrumstoornis is er ook sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Deze problematiek was aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde en lijkt daarop van invloed te zijn geweest. Hoewel betrokkene in staat kan worden geacht om het ontoelaatbare van zijn handelen te beseffen, kan hij vanwege de ziekelijke stoornis en gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens minder goed in staat worden geacht om andere gedragskeuzen te maken. Daarom wordt geadviseerd het ten laste gelegde, indien bewezen, in een verminderde mate aan betrokkene toe te rekenen. Het risico op gewelddadig of ernstig grensoverschrijdend gedrag is matig. Vanuit zorg, maar ook om de kans op herhaling te voorkomen, wordt geadviseerd om de hulpverlening aan betrokkene uit te breiden en specifieker aan te laten sluiten op voormelde stoornissen. Betrokkene heeft traumabehandeling nodig door een instelling gespecialiseerd op het gebied van autisme. Het is verder wenselijk dat betrokkene ondersteuning krijgt op het gebied van zijn identiteitsontwikkeling, emotieherkenning en het adequaat reguleren hiervan, het krijgen en onderhouden van sociale contacten en het verminderen van stressfactoren. Geadviseerd wordt om, indien het ten laste gelegde bewezen kan worden verklaard, een voorwaardelijke taakstraf op te leggen, met daaraan gekoppeld reclasseringstoezicht met als voorwaarden het meewerken aan behandeling en begeleiding en een tijdelijk internetverbod.
De rechtbank is van oordeel dat het rapport van drs. Keppel op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en dat de conclusie over de verminderde toerekenbaarheid van de verdachte wordt gedragen door een deugdelijke en inzichtelijk gemotiveerde onderbouwing. De rechtbank neemt deze conclusie dan ook over en maakt deze tot de hare en zal het bewezenverklaarde in verminderde mate aan betrokkene toerekenen.
Reclassering Nederland heeft een adviesrapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 28 augustus 2020. Ook de reclassering schat het recidiverisico laag in en heeft zich bij het advies van het NIFP aangesloten, met daarbij de opmerking dat het tot op heden nog niet gelukt is passende hulpverlening op de autismespectrumstoornis te vinden.
[naam reclasseringsmedewerker] , die de rechtbank ter terechtzitting als deskundige heeft gehoord, heeft verklaard dat hij de verdachte niet detentiegeschikt acht en adviseert hem een fikse voorwaardelijke taakstraf op te leggen met dezelfde bijzondere voorwaarden als door het NIFP geadviseerd. Ten aanzien van het telefoon- en internetverbod heeft de heer [naam reclasseringsmedewerker] erop gewezen dat de reclassering wil toewerken naar een leven met internet. Samen met de huidige behandelaar van De Waag wordt gewerkt aan een signaleringsplan voor een zo goed mogelijke terugkeer op internet. Het telefoon- en internetverbod kan volgens de heer [naam reclasseringsmedewerker] dan ook gelden zolang de reclassering dat nodig acht.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 9 november 2021, waaruit blijkt dat de verdachte met uitzondering van een snelheidsovertreding niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Conclusie over de straf
Alles afwegende en in aanmerking genomen de overschrijding van de redelijke termijn waar de rechtbank in straf verminderende zin rekening mee houdt, is de rechtbank van oordeel dat – conform de eis van de officier van justitie – een taakstraf van 120 uur passend en geboden is, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht. De rechtbank zal een deel van die straf voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd van drie jaren en daaraan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden verbinden, om de verdachte ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken en te bewerkstelligen dat een oplossing wordt gevonden voor zijn problematiek.
Dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden
Dadelijke uitvoerbaarheid van bijzondere voorwaarden is gelet op het bepaalde in artikel 14e Sr alleen mogelijk indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Bedreiging (in dit geval onder meer met een terroristisch misdrijf) en belaging kunnen niet zonder meer als een zodanig misdrijf worden aangemerkt. Nu de verdachte enkel met woorden online de bedreigingen heeft geuit respectievelijk telefonisch de belaging heeft gedaan, en deze niet voorafgegaan, vergezeld of gevolgd zijn door niet-verbaal agressief gedrag of enig lichamelijk geweld is naar het oordeel van de rechtbank niet voldaan aan voornoemd criterium en kunnen de bijzondere voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar worden verklaard.
Voorlopige hechtenis
De rechtbank zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

7.De in beslag genomen voorwerpen

7.1.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de op de beslaglijst genoemde voorwerpen, te weten een Apple iPhone en een Chromebook, verbeurd moeten worden verklaard.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen standpunt ingenomen ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de op de beslaglijst vermelde voorwerpen verbeurdverklaren. Deze voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar, aangezien deze voorwerpen aan de verdachte toebehoren en met behulp van deze voorwerpen de bewezen verklaarde feiten zijn begaan of voorbereid.
Bij de vaststelling van deze bijkomende straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

8.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen (bijkomende) straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 57, 63, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

9. De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de in dagvaarding I onder 1 tot en met 5, dagvaarding II en dagvaarding III onder 1 primair en onder 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 3.5 bewezen is verklaard. en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van dagvaarding I, feit 1
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
ten aanzien van dagvaarding I, feit 2
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd;
ten aanzien van dagvaarding I, feit 3
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
ten aanzien van dagvaarding I, feit 4
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of bedreiging met zware mishandeling;
ten aanzien van dagvaarding I, feit 5
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
ten aanzien van dagvaarding II:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of bedreiging met zware mishandeling, meermalen gepleegd;
ten aanzien van dagvaarding III, feit 1 primair:
bedreiging met een terroristisch misdrijf;
ten aanzien van dagvaarding III, feit 2:
belaging;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een taakstraf voor de tijd van
120 (honderdtwintig) UREN;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van
60 (zestig) DAGEN;
beveelt dat de tijd, door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk gedeelte van de taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
bepaalt de maatstaf volgens welke de aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht zal geschieden op 2 uren per dag.
bepaalt dat een gedeelte van die straf, groot
80 (tachtig) UREN, niet zal worden ten uitvoer gelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op
drie jaren vastgestelde proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
en onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich op uiterlijk 14 december 2021 meldt bij de Reclassering Nederland, Bezuidenhoutseweg 179 te Den Haag en zich daarna gedurende de proeftijd op door de reclassering te bepalen tijdstippen blijft melden bij deze instelling, zo frequent en zolang de reclassering dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende de proeftijd onder behandeling stelt van de Boba Groep te Rijswijk, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor zijn autismespectrumstoornis en zijn post traumatische stress stoornis;
- geen zelfstandig telefonisch contact mag verrichten en geen gebruik zal maken van het internet, zolang de reclassering dit nodig vindt;
geeft opdracht aan Reclassering Nederland tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen.
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte;
verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 1 en 2 genummerde voorwerpen, te weten: Google Chromebook inclusief lader, telefoontoestel Apple IPhone.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.P.M. Loos, voorzitter,
mr. J.R.K.A.M. Waasdorp, rechter,
mr. C.W. Griffioen, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. Ö. Aydin, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 december 2021.