ECLI:NL:RBDHA:2021:12930
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van toelagen voor ambtenaren in de medische sector met betrekking tot regelgeving en rechtszekerheid
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, gaat het om de beëindiging van de aan eiser toegekende toelagen voor ambtenaren in de medische sector, specifiek de toelagen officieren medisch specialist (TOMS) en aanvullende toelage officieren medisch specialisten (ATOMS). Eiser, een beroepsmilitair en later reservist, had deze toelagen ontvangen vanaf juni 2020. De minister van Defensie heeft op 17 december 2020 besloten deze toelagen te beëindigen met een afbouwperiode van vier maanden. Na bezwaar van eiser is deze periode verlengd tot één jaar, maar eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft op 26 november 2021 uitspraak gedaan. Eiser betoogde dat de beëindiging van de toelagen onterecht was, omdat hij deze had verkregen op basis van afspraken over arbeidsvoorwaarden. Hij stelde dat de toezeggingen door verschillende medewerkers waren gedaan en dat hij te goeder trouw was. Verweerder, de minister van Defensie, stelde echter dat eiser wist dat hij geen recht had op de toelagen, omdat de functie van SEH arts niet als medisch specialisme is geregistreerd.
De rechtbank oordeelde dat verweerder terecht had besloten de toelagen te beëindigen. De rechtbank concludeerde dat de toezeggingen aan eiser berustten op een gemaakte fout door verweerder. De rechtbank benadrukte dat het bestuursorgaan de bevoegdheid heeft om gemaakte fouten te herstellen, mits dit niet in strijd is met rechtsbeginselen. De rechtbank vond dat de belangen van de organisatie zwaarder wogen dan de financiële belangen van eiser, en dat de afbouwperiode van twaalf maanden redelijk was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en verweerder was niet verplicht om de proceskosten van eiser te vergoeden.